Een hogere concentratie lorazepam in infuusoplossingen kan voorkomen dat de infusielijnen dichtslibben.
Lorazepam wordt vaak met een infuus toegediend, om patiënten op de IC in coma te houden. Het gebeurt echter regelmatig dat het medicijn in de infuuslijn vastloopt, omdat er kristalletjes in de vloeistof ontstaan. In dat geval kunnen patiënten bij wie dat niet gewenst is, wakker worden.
Kristallisatie in de infuuslijn
Jelmer Vellema van de TU in Delft loste dit probleem op de IC-afdeling van het HagaZiekenhuis op. Eerst vermoedde hij dat de kristallisatie in de infuuslijn te maken had met het contact dat de minuscule lorazepam-deeltjes met elkaar hebben in de stromende vloeistof. Vellema onderzocht daarom in eerste instantie of de kristallisatiesnelheid veranderde als hij de stroomsnelheid varieerde, maar dat bleek niet het geval.
Oplosbaarheid
Vervolgens bracht Vellema de oplosbaarheid van lorazepam in kaart. Nu bestaat lorazepam zelf al uit een oplossing van de werkzame stof in drie organische oplosmiddelen. Daarnaast wordt het middel in Nederlandse ziekenhuizen verdund met een glucose-oplossing om de juiste concentratie voor de patiënt te krijgen. Deze combinatie maakt de oplosbaarheid moeilijk theoretisch te voorspellen.
Medicatie zo min mogelijk verdunnen
Uiteindelijk varieerde Vellema de diverse concentraties en stelde hij de oplosbaarheid vast. Dit zette hij in een diagram, waar uit af te lezen is voor welke verdunningen met de glucose-oplossing het medicijn bruikbaar blijft. Daaruit blijkt dat de medicatie zo weinig mogelijk verdund moet worden met de glucose-oplossing. Als je de (relatieve) hoeveelheid van de glucose-oplossing beneden een bepaalde waarde houdt, zal er geen kristallisatie optreden.
TU Delft
Door: redactie Nursing
Abonneren?
Behoefte aan meer verdieping? Word nu abonnee van Nursing.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account