Door de inrichting van de woning af te stemmen op de persoon, kun je probleemgedrag bij dementie met de helft verminderen. Ingenieur-architecte Iris van Steenwinkel deed onderzoek naar hoe de inrichting van het huis van een dementerende of de huiskamer in een zorginstelling kan bijdragen aan kwaliteit van leven. Samen met sociaal geriater Anneke van der Plaats geeft ze tips.
1. Zorg voor een tv met een groot beeldscherm: als een cliënt met dementie te weinig prikkels krijgt, veroorzaakt dat onrust. Van der Plaats: ‘Het brein van de iemand met dementie is vooral gefocust op dynamische prikkels: geluid en beweging. Als die er helemaal niet zijn, gaat de persoon ze zelf maken. Hij gaat op tafel kloppen of tikken, aan een deken plukken. Of hij gaat dolen. Iemand met dementie kan zich moeilijk zelf vermaken. Films waarin taal geen belangrijke rol speelt, zoals dierenfilms, koninklijke huwelijken, Mister Bean met zijn expressieve gezicht of muziek van André Rieu zijn heerlijk voor mensen met dementie.’

Anneke van der Plaats geeft een lezing op de Nursing Experience 2016. Het thema is de werking van het brein bij mensen met dementie.
Kom je ook?
2. Zorg dat de cliënt niet middenin de kamer zit, of met de rug naar de deur: de locatie waar de patiënt zit, is erg belangrijk. Het kan een comfortabele fauteuil zijn die de kamer overziet, bijvoorbeeld in een hoek bij het raam, zodat het ook mogelijk is naar buiten te kijken. Ideaal is het als van daaruit de looproute naar toilet, keuken en slaapkamer zichtbaar zijn. Een stoel die midden in de kamer staat of met de rug naar een deur, is niet aan te raden. Alles wat zich achter de rug van de dementerende afspeelt, kan onrust veroorzaken. Plaats naast de stoel een tafeltje met veel gebruikte spullen, zoals de afstandsbediening van tv, een dekentje, een tijdschrift of een flesje water. Ook zicht op een familielid of zorgverlener kan geborgenheid bieden.

Ongeveer een derde van de patiënten met dementie had de ziekte kunnen voorkomen. Lees hier hoe dat kan >>
3. Houd rekening met contrasterende kleuren: mensen met dementie zien slecht, omdat de hersenen de waarneming niet meer goed kunnen verwerken. Met name bij mensen met Alzheimer is de visuele cortex aangetast. Daardoor krijgen ze moeite met het zien van diepte, beweging, bepaalde kleuren en contrast. Een witte deur in een witte muur valt nauwelijks op, het beste is de deur of deurpost in een contrasterende kleur te schilderen. Stoelen en zeker stoelpoten moeten een andere kleur hebben dan de vloer. Donkere stoelpoten op een donkere vloer wekken de indruk dat een stoel zweeft. Hetzelfde geldt voor het toilet: gebruik een donkere wc-bril die goed afsteekt tegen de witte pot. Heeft iemand moeite met het vinden van het toilet, plak dan met grote letters WC op de deur.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account