Hans is een psychiatrische patiënt en heeft onverklaarbare afatische episodes. Door zijn neurologische klachten kan hij niet terecht op de psychiatrie. Maar door zijn verwarde gedrag is hij eigenlijk niet te handhaven op de ‘gewone’ verpleegafdeling van Barbara.
Het is een drukke avonddienst op de verpleegafdeling neurologie. Veel zorgintensieve patiënten die allemaal onze zorg verdienen. We rennen van de ene kamer naar de andere.
En dan hebben we op kamer 19 Hans Rinsma (61)*, een psychiatrische patiënt met onverklaarbare afatische episodes. Door zijn neurologische klachten kan hij niet terecht op de psychiatrie. Maar door zijn verwarde gedrag is hij eigenlijk niet te handhaven op onze ‘gewone’ verpleegafdeling.
Een patiënt tussen wal en schip. Natuurlijk hebben wij op neurologie veel ervaring met patiënten met allerhande gedragsproblemen, maar zodra ze het stickertje ‘psychiatrische patiënt’ hebben, vinden we het toch best spannend. Waartoe is deze patiënt in staat? Kunnen wij onze eigen veiligheid, en die van andere patiënten, nog wel garanderen? En krijgen deze patiënten wel de juiste zorg van algemeen verpleegkundigen?
Deze avond is meneer Rinsma niet op zijn kamer te houden en dwaalt rond. Meerdere malen brengt de beveiliging hem die avond van elders in het ziekenhuis terug naar de afdeling. Ook kunnen wij hem regelmatig nog maar net tegenhouden als hij de lift in wil stappen om weg te gaan. We merken dat zijn verwardheid en angst in de loop van de avond toeneemt.
Waar hij eerst nog met een gezellig praatje mee terugloopt naar zijn kamer, wordt hij steeds achterdochtiger en reageert hij geagiteerder. Er zijn spullen van hem gestolen, daar is hij van overtuigd. Iedereen die hij ziet, klampt hij aan om zijn verhaal te doen. Ook loopt hij bij andere patiënten de kamer op om zijn gestolen goederen te zoeken. Hij eist van ons dat we de politie bellen.
Het gedrag van meneer vergt zoveel aandacht dat de zorg voor andere patiënten in het gedrang komt. Er is geen tijd genoeg om hem continu te begeleiden.
De bekende trucjes om hem op de kamer te houden hebben we al uitgeprobeerd. De deur dicht en een bakje met bestek op de deurklink leggen bijvoorbeeld. Maar na 10 keer in het kwartier het gekletter van bestek op de grond te hebben gehoord, geven we dat op. Cameratoezicht werkt niet als we elders op de afdeling bezig zijn. Er zijn eigenlijk geen middelen om wegloopgedrag op een open afdeling tegen te gaan. Behalve continu toezicht. En dat is er niet. De begeleiding van deze kwetsbare patiënten kan beter.
Meneer Rinsma is net weer door mijn collega teruggebracht naar zijn kamer. Daar doorzoekt hij voor de 20ste keer die avond zijn 2 vuilniszakken met vuile kleding. ‘Waar is mijn postzegelverzameling? En mijn geld en gloednieuwe schoenen. Alles is gestolen!’
Ondertussen knutsel ik in Word een aangifteformulier in elkaar. Als ik meneer het formulier overhandig, zie ik opluchting in zijn ogen. Eindelijk voelt hij zich gehoord en begrepen. Hij schrijft alles op wat hij kwijt is. Zijn handtekening eronder maakt het compleet. De beveiliging is zo behulpzaam om het formulier persoonlijk in ontvangst te nemen. Samen voor de patiënt!
*De naam is gefingeerd.
‘Stop eens met die algemene vraag “Hoe gaat het met…”‘, blogde Barbara vorige maand.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account