Een collega vraagt of ik even iets wil schrijven voor haar. Een blog over haar nummer één verpleegfrustratie. Over dat woordje ‘even’. Ik antwoord dat ik daar even over na moet denken.
Even. Een verpleegkundig stopwoordje. ‘Ik ga even naar de bel en daarna zal ik u even wassen’, ‘mag ik u even dit prikje geven?’, ‘Zullen we het eens even over de dood hebben?’ Wellicht overdrijf ik nu even. Maar ik geef bij deze eerlijk toe: ik ben een evenholist. Ik bedoel, ik maak meer dan misbruik van het woordje even.
En soms is even twee seconden. Maar soms duurt even even iets langer. Dan krijg ik even telefoon, terwijl ik onderweg was om even wat verbandmaterialen te gaan halen. Vervolgens wil er iemand anders nog even iets vragen. Dan duurt even zomaar tien minuten. Mijn patiënt ligt ondertussen niet even, maar heel lang tegen de wondzorg op te zien. Tegen de pijn van als ik even aan die pleisters en gazen trek. Maar ik geef wel even een pijnstiller van tevoren.
Even. Wij denken even heen en weer te lopen. Even te bellen. Even drie dingetjes te combineren. Voor ons is het even. De tijd vliegt ons om de oren. Voor ons stelt honderd meter sprint niks voor. Voor de patiënt is echter een minuut langer zitten op een po een hel. Het ding bijt ze op meerdere plaatsen in hun bil, ze vrezen dat ze omvallen, dat het overloopt. Ga maar eens even twee minuten met je billen in je eigen urine hangen. Tel dan maar eens de seconden. Even.
Voor verpleegkundigen is het even acht uurtjes werken. Voor patiënten tikt die klok zoveel langzamer. Bovendien mogen zij na die acht lange uren vaak nog steeds niet naar huis. Zijn ze nog steeds niet beter.
Mijn collega stoort zich aan het gemak waarop wij ‘even’ galmen door de gangen. Zij vindt dat we ons bewust moeten zijn van ons herhalend taalgebruik. En van de tijd die we nemen. Van dat even lang duurt voor een patiënt. Moet je in de ogen kijken van de patiënt die jij even een infuus prikt. Dan zie je dat het meer is dan even een prik. De hele dag worden de lichaamsgrenzen van jouw patiënt overschreden. Door porrende artsen, wassende plegen, bemoeiende fysiotherapeuten, priemende laboranten…

Wat zijn nog meer stopwoordjes in de verpleging?
Zijn er nog meer verpleegkundige stopwoordjes? Zo ja, deel het met collega’s op Connect.
Dagdienst. Nog vóór verpleegkundigen de zalen bestormen met pillen en bloeddrukmeters, gooien bij ons de laboranten alle (!) lampen aan op de patiënt. Voor die zijn ogen goed open heeft, heeft hij de eerste prikken al ontvangen. Blauwe plekken, misgeprik, nog een keertje en dan kom ik. Even de bloeddruk meten. Dat apparaat knijpt venijnig. Soms moet het nog een keer.
Dan mogen ze even eten. Ondertussen kom ik met een bult pillen en wil ik even wegen. En natuurlijk mogen ze eerst plassen, even. Dokters komen heel even beleid bespreken. Dan worden ze met de snelheid en kracht van een autowasserette gereinigd.
Even nieuwe zuurstofslang, au. Mobiliseren, bloeddruk meten, eten, dokters, plegen, nog meer dokters. Na vier uren van mijn dienst, zijn mijn patiënten uitgeteld. Willen ze graag even liggen. Dat mag inderdaad, heel even. Daarna moeten ze nog even wat foto’s laten maken, even in de scan of even een bronchoscopie tussendoor.
Topsport voor de patiënt. En zeker ook druk voor de verpleegkundige. Gelukkig zit mijn dienst er op. Dan belt mijn baas. Of ik morgen nog even één dienstje extra kan draaien…
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account