Geregeld vertelt een patiënt mij over praktijken, rondom mij, waarbij verpleegkundigen en artsen patiënten negeren. Dat kan toch niet waar zijn?
Ik zit in de vensterbank bij meneer de Boer. Hij heeft in de vijf decennia van zijn leven meer van het ziekenhuis gezien, dan ik in tien jaar werken. Van allerlei ervaringen, opnames en operaties, staat er één ding behoorlijk op de voorgrond. Meneer de Boer heeft een niertransplantatie ondergaan. De transplantatie en bijbehorende medicijnen maken ziek-zijn en beter-worden behoorlijk lastig.
Meneer de Boer vertelt misselijk te zijn geworden van een antibioticum. Nee, niet een beetje misselijk. Hij verloor tijdens een kuurtje meerdere kilo’s lichaamsgewicht. Zijn vrouw smeekte verpleegkundigen en artsen tot het staken van de medicijnen. Ze zag haar man wegteren. Dokters legden de intelligente en alerte vrouw uit dat haar man niet zomaar kon stoppen met de kuur. Dat haar man moest genezen van de ontsteking, wist zij ook heus wel. Maar deze behandeling was niet de juiste. Dat kon iedereen zien die er oog voor had. Pas na zorgvuldige dreigementen van de passievolle echtgenote werd de kuur schoorvoetend gestaakt. Meneer de Boer knapte op.
Vanwege zijn nieren moet het calciumgehalte van meneer de Boer worden bewaakt. Mevrouw de Boer vraagt ernaar. ‘Is wel geprikt,’ wordt haar verzekerd, ‘en is precies wat het wezen moet.’ Mevrouw de Boer is er niet gerust op. Als ze de arts herhaaldelijk haar zorgen toevertrouwt, sleept hij haar mopperend mee naar zijn pc: ‘Kijk maar vrouwtje, daar staat het.’ Mevrouw(tje) de Boer kijkt. Geen calcium. ‘Huh?’ zegt de dokter. ‘Juist,’ zegt mevrouw de Boer. Ze schiet er niks mee op. Net als de botten van meneer de Boer trouwens.
Meneer en mevrouw de Boer zijn vriendelijke, enthousiaste mensen. Mijn collega omschrijft ze als achterdochtig. Ze willen alles weten en meelezen. Na alle verhalen van dit echtpaar, weet ik dat achterdochtig gewoon angstig betekent. Als mevrouw de Boer haar man in onze handen legt, wil ze zeker weten dat hij veilig is.
Ik dacht dat ik die veiligheid in mijn hele ziekenhuis kon garanderen. Want ik dacht dat mensen in ziekenhuizen werkten, omdat ze graag mensen helpen. Als je niet van mensen houdt, heb je toch niks te zoeken in een wit uniform? Mensenwerk is toch luisteren en uitleggen, geruststellen en aanmoedigen. Niet denigrerend denken dat je het beter weet, omdat jij toevallig ooit hebt geleerd wat de Latijnse benaming is voor ‘zeurzakje’. Van een ervaren patiënt als meneer de Boer kunnen we overduidelijk nog veel leren.
Mevrouw de Boer nam geen blad voor de mond, toen ze tegen de dokter van haar man zei: ‘U bent een heel kundige man, maar u heeft van één ding geen verstand. U weet niet hoe het is om ziek te zijn.’ Daar stond hij dan met al zijn kennis; geen idee wat de patiënt nodig had. En geen idee hebben is niet zo erg, maar het niet willen weten wel.
Wil iedereen die niet vindt dat het allemaal om de patiënt draait asjeblieft nú mijn ziekenhuis verlaten?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account