De Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) neemt niet deel aan de discussie over het verschil tussen vochtletsel en decubitus. Wel meent de IGZ dat er meer onderzoek nodig is naar de huidletsels.
Dit heeft Inspecteur Ziekenhuizen Lya den Ouden laten weten aan Nursing. Zij reageert daarmee op een nieuwsbericht in Medisch Contact van afgelopen maand (MC 5/2008:180). In het bericht signaleert de MC-redactie dat de IGZ in de basisset prestatie-indicatoren voor ziekenhuizen 2008 stelling neemt in de discussie over vochtletsel. Volgens de Inspectie is dit echter niet het geval.
Decubitus
In de inleiding op basisset prestatie-indicatoren schrijft de Inspectie dat er ziekenhuizen zijn die ‘bepaalde verschijnselen buiten de definitie van de prestatieindicator houden, om noodzakelijke maar beleidsintensieve verbeteringen niet te hoeven doorvoeren, zoals vochtletsel bij decubitus’. Inspecteur Lya den Ouden noemt het voorbeeld over vochtletsel in de tekst ‘ongelukkig’. Bij de indicator puntprevalentie decubitus (de aanwezigheid van decubitus gemeten in een instelling op één dag) staat vermeld dat vochtletsel bij de decubituscijfers moet worden opgeteld. Den Ouden: ‘Er had nog een zin bij moeten staan: ziekenhuizen die vochtletsel als aparte diagnose registreren kunnen in de toelichting aangeven hoeveel patiënten dit betreft.’
Richtlijn
Volgens de Inspectie is het dan ook belangrijk dat er een breed gedragen richtlijn voor decubitus komt, waarin recent wetenschappelijk onderzoek naar vochtletsel is opgenomen. Den Ouden. ‘Als er onderscheid tussen deze huidletsels is, is dat belangrijk om te weten. De aanpak van decubitus is arbeidsintensiever dan die van vochtletsel, en instellingen kunnen hun budget maar één keer uitgeven. Maar als er in werkelijkheid geen onderscheid is, zouden instellingen sommige patiënten onvoldoende behandelen.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account