Wetenschap: Patiënt met reumatoïde artritis kan medicijnen afbouwen

Patiënten met reumatoïde artritis (RA) die een half jaar nauwelijks symptomen hebben, kunnen in veel gevallen hun medicatie afbouwen onder begeleiding van een reumatoloog. Zij hebben daardoor minder bijwerkingen, en het scheelt flink in de kosten van dure biologicals.

Dat concludeert biomedisch wetenschapper en epidemioloog Elise van Mulligen in haar proefschrift. Van de 180 patiënten die meededen aan het onderzoek lukte het 80% om het medicijngebruik gedurende lange tijd te verminderen. 15% kon op den duur zelfs helemaal zonder medicatie. Wel kreeg 60% na verloop van tijd een opvlamming. Patiënten hielden vaak lang last van die opvlamming.

Opvlamming eerder herkennen

Van Mulligen stelt daarom dat reumatologen de vinger aan de pols moeten houden – bij voorkeur aan de hand van de ‘disease activity score’ (DAS). Die score, gebaseerd op onder andere het aantal ontstoken gewrichten en het bloedbeeld, verslechtert al voordat patiënten daadwerkelijk een opvlamming ervaren.

15% van de patiënten kon op den duur helemaal zonder medicatie

Veel patiënten met RA gebruiken klassieke medicijnen en nieuwere, duurdere biologicals. Volgens Van Mulligen maakt het voor de kosteneffectiviteit op termijn niet uit welke van die medicijnen als eerste afgebouwd worden.

Bijwerkingen

Voor de bijwerkingen maakt het wel uit: patiënten hebben meestal meer bijwerkingen van klassieke medicatie en kunnen die dus het beste als eerste afbouwen. Van Mulligen adviseert reumatologen om patiënten te laten starten met afbouwen als ze ten minste een half jaar een DAS hebben van minder dan 2,4 en geen gezwollen gewrichten.

Elise van Mulligen. Different Viewpoints on Tapering DMARDs in Rheumatoid Arthritis. Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam, maart 2021