Door de organisatorische druk, het ‘achterstallige werk’ en de nieuwe taken vanwege wijzigingen in het zorgstelsel, komen wijkverpleegkundigen niet meer toe aan de rol van zorgverlener. De wijkverpleegkundige zorgt niet meer, zo signaleert wijkverpleegkundige Kyra Noorman.
Kyra Noorman is wijkverpleegkundige bij Beweging 3.0 locatie Soest en heeft net het leertraject afgerond tot Ambassadeur voor wijkverpleegkundige. Zij schreef onderstaande opinie in Nursing mei:
‘Sinds 1 januari 2015 is de wijkverpleegkundige verantwoordelijk voor de indicatiestelling en zorgtoewijzing van cliënten in haar wijk. Ook nieuw is het verbinden van het sociaal met het medisch domein. Omdat de wijkverpleegkundige verantwoordelijk is voor de interventies en behaalde resultaten bij de cliënten, gaat zij ook frequent bij de cliënt langs voor een evaluatie en monitoring van de zorg en resultaten. Dit heeft als gevolg dat de werkdruk van wijkverpleegkundigen hoog is. Er is veel nieuwe materie waarin zij zich moet verdiepen. En dit komt nog bovenop de bestaande taken zoals intervisie, werkoverleg, multidisciplinair overleg, participatie in klankbordgroep, contact met mantelzorgers, preventie, adviseren, ondersteunen, verplegen en verzorgen van cliënten.
Patiëntenzorg is de basis
Door alle nieuwe taken komt de rol van zorgverlener van de wijkverpleegkundige in het geding. In gesprekken met wijkverpleegkundigen merk ik dat sommige collega’s de rol van zorgverlener sinds 1 januari – of zelfs al daarvoor – niet meer hebben uitgevoerd. Dat is jammer, want de patiëntenzorg vormt de basis van het vak. Tijdens het verlenen van zorg werk je aan een vertrouwensrelatie. Met al je zintuigen hoor, voel en zie je hoe een cliënt omgaat met zijn beperking. Je krijgt beter inzage waar daadwerkelijk de hulpbehoefte ligt, kunt inspringen op verandering in situaties en zorgen dat zelfmanagement beter wordt opgepakt. Maar door alle nieuwe taken komen veel wijkverpleegkundigen simpelweg niet meer toe aan deze rol. Er zijn al wijkverpleegkundigen die hebben besloten om weer als ‘verpleegkundige in de wijk’ te gaan, werken omdat ze de werkdruk te hoog vinden.
Knelpunten
Hoe komt het dat de werkdruk met de hervormingen in de langdurige zorg zo is toegenomen? Allereerst brengt het diagnosticeren en indiceren een aantal knelpunten naar boven:
– Zo hadden we het erg druk met de herindicaties, en door het tekort aan hbo-verpleegkundigen werd het voor sommige thuiszorgteams lastig om de richtdatum van 1 mei te halen.
– Naast het diagnosticeren van alle reeds in zorg zijnde cliënten, zijn er ook de nieuw in zorg komende cliënten en komen er vanuit andere organisaties en particulieren aanvragen bij de wijkverpleegkundige om een diagnose voor hen te stellen. Het gaat hier voornamelijk om Persoonsgebonden budget. Dit geeft extra werk, want voorheen werkte je niet voor een andere organisatie of een particulier.
– De wijkverpleegkundige dient haar vaardigheden in het diagnosticeren te versterken. De extra taken, verantwoording naar gemeente, zorgverzekeraar en organisaties zullen veel structurering en extra tijd in beslag nemen die niet in de directe zorg geïnvesteerd kan worden.

Blog Hugo: ‘Samsom en de wijkverpleging’
Het leek zo’n goed idee. Diederik Samsom zou iedere vrijdag met een wijkverpleegkundige meelopen om van dichtbij de transitie in de wijk te ervaren. Wat kon er misgaan? Niets! Lees de blog van Hugo >>>
Sociale wijkteams
Naast de knelpunten bij het diagnosticeren, zorgt ook de participatie binnen sociale wijkteams voor een hoge werkdruk. Want de wijkverpleegkundige die ook actief is in het sociaal wijkteam, is minder inzetbaar binnen de thuiszorg. Verder ontbreekt de ondersteuning door de juiste ICT tools nog, waardoor de verpleegkundige een flinke hoeveelheid papierwerk moet invullen en zelf handige manieren moet bedenken om een en ander vast te leggen. Als laatste wordt de wijkverpleegkundige met regelmaat gevraagd aanwezig te zijn bij overleg over de rol van wijkverpleegkundige of om mee te denken in besluiten en beleidsveranderingen. De grote vraag hierbij blijft hoe ze dit kan waarmaken, want zij heeft immers al zoveel taken. En wanneer komt de wijkverpleegkundige nog toe aan de rol van zorgverlener?
Enthousiast
Ondanks de hoge werkdruk en het inleveren op de directe patiëntenzorg, zijn de meeste wijkverpleegkundigen blij en enthousiast over hun nieuwe taken. En terecht: wijkverpleegkundigen maken weer volop gebruik van hun competenties en bekwaamheden én zijn betrokken bij het héle zorgproces. Om ons vak nu en in de toekomst goed te kunnen uitoefenen, moeten we nu wegwijs worden. Daarvoor moet worden onderzocht wat de wijkverpleegkundige in 2015 nodig heeft om naast de nieuwe taken ook haar rol als zorgverlener weer te kunnen uitvoeren. Ook ondersteuning door ICT tools is noodzakelijk.
Ik hoop dat we de tijd krijgen om onze nieuwe werkwijze goed onder de knie te krijgen en dat er volgend jaar niet weer nieuwe aanpassingen komen waar we veel tijd en energie in moeten steken. Geef ons de tijd en ruimte om de nieuwe werkwijze uit te kunnen voeren. En als de zorgverzekeraar of wie dan ook een grote verandering wil doorvoeren, betrek ons als wijkverpleegkundige bij dit proces. Tenslotte zijn wij degenen die met de cliënt en de praktijk werken.’
Ben jij het met Kyra eens en vindt jij ook dat de wijkverpleegkundige geen tijd meer heeft om te zorgen? Of heb je een andere mening? Laat het ons weten en reageer onderaan dit bericht.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account