Uit een onderzoek onder meer dan tweeduizend ziekenhuispatiënten blijkt dat patiënten met skin tears vaker ondervoed zijn dan patiënten zonder skin tears. Vierenvijftig procent van de patiënten met een skin tear is ondervoed, iets meer dan de helft. Van patiënten die geen skin tear hebben, is ‘slechts’ een derde ondervoed. Voor patiënten met meerdere skin tears is het verschil nog groter: in deze groep is 61 procent ondervoed. Deze resultaten publiceerden Australische onderzoekers onlangs in het International Wound Journal.
Geen verband met BMI
De onderzoekers vonden geen verband tussen body mass index (BMI) en de prevalentie van skin tears. Dat kan verklaard worden doordat niet alle patiënten met ondervoeding een laag BMI hebben. Alleen het BMI is geen goede indicator voor ondervoeding. In dit onderzoek werd de voedingsstatus bepaald aan de hand van de Subjective Global Assessment. Dit meetinstrument combineert informatie over onder andere voedingsinname en gewichtsschommelingen met lichamelijk onderzoek zoals een meting van subcutaan vet.
Andere risicofactoren
Volgens de onderzoekers moeten zorgverleners ondervoeding als een risicofactor voor skin tears zien, net zoals bij decubitus. Andere risicofactoren voor skin tears bleken al uit eerder onderzoek: ouderdom, hulp bij ADL, problemen met cognitie, droge huid, polyfarmacie en bepaalde ontstekingsremmende medicatie.
Zes jaar onderzoek
Aan het onderzoek deden meer dan tweeduizend patiënten mee. Eén keer per jaar, gedurende zes jaar, werd een audit afgenomen onder alle patiënten van een ziekenhuis in Brisbane. Verpleegkundigen verzamelden de skin tear-gegevens, geclassificeerd aan de hand van het STAR-systeem. Diëtisten bepaalden de voedingsstatus en het BMI. Gedurende de zes jaar dat het onderzoek liep, nam het ondervoedingspercentage in het ziekenhuis overigens af: van 46 procent in 2010 tot 27 procent in 2015. Iets meer dan de helft van de patiënten was man. De patiënten waren tussen de 18 en 99 jaar oud, met een mediaan van 71 jaar.