1 op de 100 verpleegkundigen krijgt jaarlijks te maken met een prikaccident. Opruimen is met 23 procent het gevaarlijkst, daarna komen bloedafname (13 procent), infuushandelingen (9 procent) en injecties geven (6 procent).
Verder ontstaat driekwart van de prikaccidenten ná de handeling waar je mee bezig was. Dus niet bij het prikken zelf, maar bij het opruimen of verwerken van het afval, vaak nét op het moment dat je er niet meer bij bent met je hoofd. De kans op prikaccidenten is dus groter als je niet goed oplet, maar ook bij onrustige patiënten. Verpleegkundigen op de kinderafdeling en spoedeisende hulp lopen dus meer kans op een prikaccident.
Veilige prikmaterialen
Een nieuwe Europese richtlijn verplicht sinds mei het gebruik van veilige prikmaterialen in de zorg. Toch worden ze lang overal nog niet gebruikt. Nursing sprak met Paul van Wijk, epidemioloog en adviseur infectiepreventie voor het VU medisch Centrum (VUmc) in Amsterdam. Lees meer.
Klik hier voor een grotere afbeelding.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account