Een beetje faalangst hebben we allemaal nodig om te kunnen presteren. Een gezonde dosis leidt ertoe dat je extra je best doet en een goed resultaat behaalt. Maar wanneer is faalangst niet meer gezond? Verpleegkundige en praktijkbegeleider Vivian van Leeuwen* legt het uit.
Anniek gaat haar tweede stage lopen op een afdeling chirurgie van een algemeen ziekenhuis. Van Thomas had ze al gehoord dat het een hele leuke afdeling is, en dat hij er een super leuke tijd had. Hij heeft er veel geleerd en had een meer dan goede eindbeoordeling. Als ze met haar stage begint wordt zijn naam nog vaak genoemd. Ze wordt er onzeker van, want ja, zij is Thomas niet. Ze doet enorm haar best om enthousiast en spontaan over te komen. Ze heeft het gevoel dat ze in Thomas’ voetsporen verder moet gaan.
Maar eigenlijk valt het haar zwaar tegen, het is een hectische afdeling met veel korte opnames. Patiënten vliegen van en naar de operatieafdeling en het kost haar moeit om het overzicht te bewaren. Ze komt in een negatieve spiraal van onzekerheid en passiviteit en voelt dat het niet zo lekker loopt. Met een knoop in haar maag gaat ze elke dienst in, en dat wordt niet beter als ze in een gesprekje met haar werkbegeleidster te horen krijgt dat die zich afvraagt of ze wel gemotiveerd is.
Een beetje faalangst hebben we allemaal nodig om te kunnen presteren. Een gezonde dosis leidt ertoe dat je extra je best doet en een goed resultaat behaalt. Teveel faalangst heb je als het je denken blokkeert en je handelen negatief beïnvloed. Heel vervelend tijdens een opleiding waarin je steeds wordt beoordeeld! Er valt van alles te zeggen over de oorzaken van faalangst. Waarom voelt de één zich redelijk zelfverzekerd en lijdt de ander onder een lage eigenwaarde? Aanleg, opvoeding, ervaringen spelen allemaal een rol. Maar ook de plek waar je stage loopt kan faalangst versterken. Misschien heb je het gevoel dat de eisen vrij hoog liggen, of zoals in de casus, is er net een collega-student voor je geweest die de stage briljant heeft afgerond.
Bij Anniek spelen allerlei factoren een rol. Ze is iemand die tijd nodig heeft om ergens te wennen. In het begin is ze stil en kijkt ze de kat uit de boom. Door de hectiek van de afdeling heeft ze sowieso wat meer tijd nodig en ze voelt zich nog onzekerder doordat ze denkt dat collega’s haar vergelijken met Thomas (wat misschien ook wel zo is). Als je in zo’n situatie zit is het heel belangrijk om de verschillende factoren die meespelen uit elkaar te houden. Na de start waarin Anniek onzeker wordt mede door het ‘succes’ van haar klasgenoot, raakt ze in een situatie waarin ze haar eigen onzekerheid versterkt. Mensen met erge faalangst zijn geneigd om de goede dingen die ze doen buiten zichzelf te zoeken (Dat anamnesegesprek ging heel goed maar dat lag vooral aan de patiënt die zo gezellig en makkelijk praatte) en de dingen die minder goed gaan aan zichzelf te wijten. Anniek denkt vooral dat ze niet kan tippen aan Thomas functioneren en wordt daardoor nog onzekerder.
Wat er nu gebeurt, heet in het Engels: ‘selffulfilling prophecy’. Ze maakt als het ware zelf juist datgene waar ze bang voor is, waar. Met andere woorden; ze gaat minder goed presteren, juist door de angst dat ze niet goed genoeg is. Hoe kan Anniek hieruit komen, of, hoe kun jij als student op stage een dergelijke situatie voorkomen?

Zachtaardige begeleiders maken flutverpleegkundigen
Volgens blogger Sandra moet je stagiaires vooral niet te zachtaardig aanpakken. ‘Daar krijg je flutverpleegkundigen van.’ Wat vind jij?
Inzicht is altijd een belangrijke eerste stap. Zet voor jezelf met behulp van bovenstaand voorbeeld de factoren die meespelen op een rijtje. Dat voorkomt dat het één grote kluwen wordt waar je niet meer uit komt. Faalangst laat zich niet zomaar even oplossen. Wel kunnen andere gedachten je gedrag beïnvloeden. Anniek zou het best kunnen denken dat ze weliswaar minder een gangmaker op de afdeling is dan Thomas, maar dat ze eigen en andere kwaliteiten heeft. Zo is ze heel erg geduldig en empathisch en dat wordt door de patiënten zeer gewaardeerd. Probeer successen aan jezelf toe te schrijven en dingen die minder gaan kunnen ook aan omstandigheden liggen!
Anniek had in dit voorbeeld het beste zo snel mogelijk in een gesprek met haar werkbegeleider haar gevoel over Thomas uit kunnen spreken. Door uit te leggen wat haar sterke en zwakke kanten zijn geeft ze zichzelf de ruimte om te kunnen leren op een manier die bij haar past. Waarschijnlijk zou dat op de afdeling ook een eyeopener zijn, waardoor ze minder met haar klasgenoot vergeleken zou worden.
Heb jij ook last van faalangst (gehad)? Hoe ga jij ermee om, of heb je het voor jezelf opgelost? We lezen het graag terug in de reacties.
Test jezelf
Op de site van Psychologie Magazine kun je een test doen om te kijken hoe het gesteld is met je faalangst. Ook vind je daar meer tips om er mee om te gaan. Doe de test>>>
Vivian van Leeuwen is verpleegkundige in zowel de algemene, als de psychiatrische gezondheidszorg en daarnaast praktijkbegeleider. Ze heeft een eigen website voor studenten die een opleiding in de zorg doen: www.leerlingenindezorg.nl. Voor Nursing schrijft ze af en toe een gastblog voor stagiaires, óf hun gediplomeerde begeleiders.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account