Veel ziekenhuizen behandelen lang en intensief door in de laatste levensfase. Ze lijken weinig palliatieve zorg aan te bieden. Dat blijkt uit onderzoek naar zinnige zorg, uitgevoerd door een consortium van Radboudumc IQ healthcare, VUmc en IKNL.
Het consortium onderzocht medisch-specialistische zorg in de laatste levensfase bij patiënten met darm- of longkanker. Zij bekeken drie momenten in de zorgverlening: één maand, drie maanden en zes maanden voor overlijden. Onderzoeksaspecten waren: het aantal, de hoeveelheid en soort behandeling die de patiënten kregen. Vlak voor het overlijden blijkt de intensiteit van medische zorg te stijgen: in de laatste drie maanden krijgt zo’n zestien procent van de patiënten met darmkanker nog klassieke chemotherapie, bij longkanker is dat zo’n twintig procent. Ook wordt dertig procent van de kankerpatiënten in de laatste levensfase alsnog opgenomen in het ziekenhuis. De onderzoekers concluderen bovendien dat er regionaal grote verschillen zijn in het doorbehandelen in de terminale fase en de duur daarvan.
Chemotherapie
‘We signaleren nu een hoge zorgintensiteit voor medisch-specialistische zorg en een lage zorgintensiteit bij palliatieve zorg. Ook zien we dat in sommige regio’s lang wordt doorbehandeld in de laatste levensfase. Er wordt veel chemotherapie en radiotherapie gegeven en het gebruik van biologische medicijnen is hoog. Hoe dichterbij het einde, hoe intensiever het zorggebruik. We zien ook dat er ook in de laatste levensmaand nog veel CT-scans en labonderzoeken worden gedaan. Tegelijkertijd zien we dat ziekenhuizen heel weinig palliatieve zorg registeren. De palliatieve zorg lijkt laat te worden ingezet, maar dat kan ook te maken hebben met onderregistratie’, zegt onderzoeker Femke Atsma van Radboudumc IQ healthcare tegen Zorgvisie.
Verschillen
Opvallend is dat dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Zorginstituut Nederland (ZIN), dat in oktober een rapport publiceerde waarin zij constateerde dat artsen juist niet lang doorbehandelen bij kanker. Als bron gebruikte ZIN ook het onderzoek van het consortium. ZIN wil geen verder onderzoek doen naar de regionale verschillen (praktijkvariatie), in verband met privacywetgeving. Het consortium zou hiermee juist wel aan de slag willen. Lees hier meer over het belang van onderzoek naar praktijkvariatie.
Bron: Zorgvisie
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account