In de nieuwe lesprogramma’s van de hbo-v-opleidingen is meer aandacht gekomen voor vakken die nodig zijn voor het werken in de wijkverpleging.
Dat blijkt uit een inventarisatie van verpleegkundedocent Margriet van Iersel (Hogeschool van Amsterdam) in opdracht van ZonMw. Een belangrijke verandering in het nieuwe opleidingsprofiel van de hbo-v, waarvan de eerste lichting in 2016 begon, is dat de wijkverpleging een prominentere plek heeft. De scholen waren vrij om dat op hun eigen manier uit te werken in het programma. Margriet van Iersel onderzocht samen met Jos Zandvliet (ZonMw) hoe de opleidingen dat hebben gedaan.
Zie je de wijkverpleging duidelijker terug in het lesprogramma?
‘Ja, we zien dat er veel nieuwe vakken zijn bijgekomen op het gebied van wijkverpleging. Indiceren van zorg, shared decision making, zorgtechnologische toepassingen, bevorderen van zelfmanagement, samenwerken met mantelzorgers. Maar ook binnen vakken die niet per se over wijkverpleging hoeven gaan, klinisch redeneren bijvoorbeeld, zien we dat er meer casussen over de thuiszorg gaan. Een belangrijk verschil met de oude situatie is: nu volgen álle studenten lessen over wijkverpleging. Het oude programma was meer gericht op werken in het ziekenhuis. De wijk was een van de differentiaties (MGZ). Een van de docenten die geïnterviewd werd in het onderzoek, verwoordde het zo: wij gaan ervan uit dat de patiënt thuis is, tenzij hij dat tijdelijk niet is.’
Het programma is dus algemener geworden, kun je dan nog wel voor de wijk kiezen?
‘De werkvelddifferentiaties bestaan niet meer, maar studenten kunnen nog steeds een extra accent leggen met een minor en stage. De opzet van de minors verschilt per opleiding. Bij ons in Amsterdam bijvoorbeeld is er een minor complexe wijkverpleegkundige zorg, puur gericht op verpleegkundigen. In Utrecht is er een minor Wijkzorg. Op andere plaatsen is de ambulante minor dan weer iets breder opgezet, ook over de ggz bijvoorbeeld en heb je samen les met studenten van andere opleidingen.’
Zijn jullie gestuit op inspirerende praktijkvoorbeelden?
‘Een heleboel. We hebben de opleidingen daar ook naar gevraagd. We hebben de highlights verzameld in ons onderzoek. Een heel leuke vind ik zelf de interactieve thuiszorggame die door Saxion is ontwikkeld, waarbij studenten fictieve kleinschalige zelfsturende wijkteams vormen, die gekoppeld zijn aan bestaande wijken. Ze lossen praktijkproblemen op die worden aangedragen door echte wijkverpleegkundigen. Hogeschool Zuyd koppelt aan elke studiegroep een wijkverpleegkundige die haar expertise inbrengt bij alle besproken onderwerpen.’
En hoe zit met de stages?
‘De stage is een tweede manier om een accent te leggen op de wijk. Bij sommige scholen kan de student in het laatste jaar voorsorteren op de wijk met een keuzestage. Andere scholen zouden dat ook graag willen, maar hebben daar nog onvoldoende stageplekken voor. Maar stages zijn belangrijk, want wij scholen kunnen nog zo veel en zo goed onderwijs geven, als je dat beeld niet terugziet in de wijk, raken studenten teleurgesteld. Je moet voldoende inspirerende rolmodellen hebben. Door de schaarste en hoge werkdruk lukt dat niet overal. Maar ook op dit vlak zagen we veel goede initiatieven. Een leerteam van ouderejaars koppelen aan een wijkteam bijvoorbeeld, gastdocentschappen of leernetwerken waarin professionals en docenten van elkaar leren.’
Kiezen er nu ook meer studenten voor de wijk?
‘Ja, zo lijkt het wel, maar het gaat wel langzaam. Ongeveer de helft van de hogescholen constateert een toenemende interesse voor wijkverpleegkunde. Ze zien meer deeltijdstudenten uit de thuiszorg, meer minorstudenten, meer wijkstages en een grotere uitstroom naar de thuiszorg; de andere helft geeft aan dat dit lastig te meten is, of ziet een handhaving van de status quo. Het is een voorlopige inschatting. De eerste voltijdstudenten die met het nieuwe profiel afstuderen komen pas over tweeënhalf jaar op de arbeidsmarkt.’
Lees Interacties
Praktijk
Footer
Nursing Vlaanderen
Ga naar Nursing.be
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account