V&VN roept op tot veilig werken met cytostaticapatiënten

Dat zegt V&VN naar aanleiding van een onderzoek van TNO naar arbeidsrisico’s voor verpleegkundigen en verzorgenden. TNO deed dit in opdracht van V&VN. De beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en verzorgenden roept nu op tot veilig werken met cytostaticapatiënten.

Risico verpleegkundigen

Cytostatica zijn kankerverwekkend. Volgens het onderzoek lopen zo’n 5.000 tot 10.000 verzorgenden in de thuiszorg een risico. V&VN vraagt meer tijd voor verzorgenden en verpleegkundigen om veilig te werken en organiseert met V&VN-afdelingen informatiebijeenkomsten over veilig werken met cytostaticapatiënten.

Onduidelijkheid over cytostatica 
Patiënten worden sneller ontslagen uit het ziekenhuis en er vinden meer behandelingen met cytostatica in de thuiszorg plaats. Vaak is zorgverleners niet bekend of een cliënt een cytostaticabehandeling heeft gehad, is de kennis over veilig werken met cytostatica onvoldoende aanwezig, of leidt de werkdruk tot onzorgvuldig handelen.

Beschermingsmiddelen

V&VN heeft het CIZ (centrum indicatiestelling zorg) verzocht om in de indicatiestelling voor thuiszorg aan cytostaticacliënten de normtijd te verruimen om veilig te kunnen werken. Extra tijd is nodig voor het gebruik van beschermingsmiddelen, een goede schoonmaakprocedure, extra behandeling van wasgoed en het adviseren van patiënten om besmetting voor huisgenoten te voorkomen.

Protocollen onvoldoende bekend

Veel zorginstellingen hebben protocollen en richtlijnen voor het werken met cytostaticapatiënten. Helaas is de inhoud onvoldoende bekend bij zorgverleners. Slechts een derde van de thuiszorginstellingen heeft informatie over het aantal cytostaticacliënten. V&VN organiseert samen met V&VN Oncologie, V&VN Eerstelijnsverpleegkundigen, V&VN Palliatieve Verpleegkunde en V&VN Verstandelijke GehandicaptenZorg informatiebijeenkomsten voor verpleegkundigen en verzorgenden.

Diverse media besteden aandacht aan veilig werken met cytostaticacliënten.

Lichaamsvocht

Er zijn zo’n 60 soorten cytostatica. Tot twee weken na toediening kunnen resten van de cytostatica in de menselijke uitscheidingsproducten voorkomen, afhankelijk van het soort cytostatica. Beroepsmatige blootstelling aan cytostatica kan door direct contact met cytostatica en via lichaamsvocht van de patiënt/cliënt (zweet, bloed, urine, speeksel, braaksel, ontlasting en sperma). Door goed gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen kan besmetting worden geminimaliseerd.

V&VN

Lees ook:

• Richtlijnen voor veilig werken met cytostatica