• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst
Menu
Zoeken
Inloggen

Nursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigenNursing.nl | Nieuws, blogs en meer | Nursing voor verpleegkundigen

Waarmee maken wij jou steeds beter?

  • Praktijk
  • Werk
  • Challenge
  • Congressen
  • Abonneren
  • Nursing
    • Home
    • Praktijk
    • Werk
    • Challenge
    • Congressen
  • Service
    • Veelgestelde vragen
    • Contact
    • Abonneren
    • Adverteren
    • Inloggen
    • Wat is de Nursing Challenge?
    • Mijn profiel
  • Meer Nursing
    • Nieuwsbrieven
    • Shop
    • Nursing.be
  • Vacaturebank
    • Vacatures
    • Vacature plaatsen

Praktijk Wondzorg

De beste tips voor het aanleggen van verband

Gepubliceerd op: 12 april 2010
Dit bericht is ouder dan 5 jaar

Verband aanleggen op moeilijk bereikbare wondgebieden. Het lijkt misschien ingewikkeld, maar laat je niet afschrikken! Met een beetje oefenen en de juiste knip- en vouwtechniek heb je het zo onder de knie.

Verband komt in alle soorten en maten, maar bij bepaalde wondgebieden kan het aanleggen van verband toch nog een uitdaging vormen. Verbandproducenten houden bij het ontwerpen van de producten uiteraard rekening met de ongelijke delen en rondingen van het lichaam, maar de producten zijn er meestal maar in één of twee maten. Het is gelukkig ook mogelijk om deze kant-en-klare verbanden zelf te bewerken.

Patiënten met chronische wonden lijden vaak aan problemen als stank, lekkend verband en pijn[1]. Als je hier geen rekening mee houdt, kan de patiënt zich terugtrekken uit zijn sociale leven en geïsoleerd raken. Hij schaamt zich misschien en wil niets meer ondernemen uit angst dat het verband gaat lekken.

Wat heeft de patiënt nodig?
De eerste stap bij het aanleggen van verband is een grondige beoordeling van de behoeften en levensstijl van de patiënt. Je moet rekening houden met wat voor impact het verband gaat hebben op het dagelijkse leven. Bij een kind dat verder helemaal gezond is, zal het verband waarschijnlijk onderhevig zijn aan behoorlijk wat slijtage en dit moet je in je achterhoofd houden tijdens het kiezen en aanleggen van het verband. Verder heeft de patiënt misschien andere prioriteiten dan wondgenezing en het is belangrijk om het met elkaar eens te worden over het belang van de genezing. Als je oude verbanden verwijdert, bespreek dan met de patiënt welke problemen zich hebben voorgedaan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een verband op een bepaalde plek altijd lekt of dat er een bepaald randje altijd losschiet.

Het aanpassen van kant-en-klare producten
Als je de behoeftes van de patiënt en de eisen aan het verband hebt vastgesteld, kun je ervoor kiezen om een verband dat je al hebt aan te passen. Je kunt standaard vierkante of rechthoekige producten zo knippen of vouwen dat het op verschillende wondformaten past. Voorgevormde verbanden en pleisters voor bepaalde lichaamsdelen, bijvoorbeeld de hiel, kunnen ook van pas komen op andere plekken, zoals de oksel.  

Tips voor het vouwen en knippen van verband:

  • Volg de richtlijnen voor infectiepreventie om infectie en kruisinfectie te voorkomen.
  • Gebruik altijd een scherpe, schone schaar om rafels en besmetting te voorkomen.
  • Knip bij zelfklevende verbanden altijd langs de beschermlaag op de achterkant, anders is deze moeilijk te verwijderen.
  • Knip hoekjes totdat ze rond zijn en zorg dat er geen losse stukjes aan de randjes zitten. Zo voorkom je dat een randje blijft haken aan bijvoorbeeld kleding.
  • Bij zelfklevend verband kun je de beschermlaag aan de achterkant bewaren als mal. Bij niet-klevend verband, kun je de vorm overtrekken op de verpakking.
  • Knip niet in verband met absorberend poeder of korreltjes of in verband waar dons in zit. Zo voorkom je dat dit materiaal in de wond terecht komt.
  • De meeste verbandproducenten raden aan om het verband over het midden van de wond aan te leggen. Houd rekening met zwaartekracht en de richting waarin het wondvocht wegloopt.
  • Leg het verband of het tape niet te strak aan. Dit kan blaren of een tourniquet effect veroorzaken.
  • Let goed op de verzorging van de omringende huid. Ontsmetten van de huid is aan te raden, bijvoorbeeld met ontsmettende doekjes of crèmes.
  • Sommige verbanden hebben misschien een zachte vulling die wrijving vermindert, maar onthoud dat deze de druk niet verminderen.
  • Gebruik liever dun dan dik verband. Dun verband rolt minder makkelijk omhoog bij de randjes. Dun verband is natuurlijk wel minder absorberend maar als het goed blijft zitten, is het kosteneffectiever dan een dik verband dat schuift of lekt.
  • Om de aanhechting bij zelfklevend verband te bevorderen, kun je het even warm maken tussen je handen.
  • Verwijder waar dat nodig is het haar van de patiënt voordat je een verband aanlegt.

Lastige gebieden
Moeilijk te verbinden gebieden zijn onder andere: oren, oksels, ellebogen, handen, borstbeen, het gebied rond een stoma, billen, heiligbeen, voeten, hielen en vingers en tenen. Wij zetten per gebied de beste verbindtips op een rij.

Oor
Soms raken de oren van een patiënt beschadigd door wrijving, bijvoorbeeld door het touwtje of elastiekje van een zuurstofmasker. Wrijving komt ook veel voor bij brildragers.

Als er op de oorrand wondjes zijn ontstaan door wrijving (zie figuur 1), gebruik dan een dun hydrocolloïd verband (5×7 cm). Knip een reep van het verband, vouw het in de lengte doormidden en breng langs één zijde van het verband korte knipjes aan (zie figuur 2). De knipjes moeten ongeveer een halve centimeter uit elkaar liggen. Bevestig eerst de niet geknipte kanten van het verband en gebruikt vervolgens de geknipte randjes om over de rand van het oor te vouwen (zie figuur 3). Als de wond te vochtig is, kun je er een klein stukje alginaat verband onder doen.

Voor wonden in de oorplooi (de plek waar het oor aan het hoofd vastzit), heb je een klein rechthoekig dun hydrocolloïd verband nodig (ongeveer 5×7 cm). Vouw het verband in de lengte doormidden. Knip op ongeveer een derde het verband in tot de vouw (zie figuur 4). Breng het lange stuk van het verband aan boven het oor. Vouw één stuk over het oor en gebruik het andere stuk om het verband vast te zetten (zie figuur 5).

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Als er een kans bestaat op schade door wrijving, bijvoorbeeld bij patiënten met zuurstofmaskers, kun je een dun hydrocolloïd verband aanleggen.

Oksel
Oksels zijn moeilijk te verbinden vanwege de diepe ronding en vanwege de bewegingen van de schouder. Ook kan er in dat gebied een vocht- of haarprobleem zijn. Een schuimverband werkt hier het beste. Om het verband gemakkelijk aan te leggen en ervoor te zorgen dat de patiënt nog kan bewegen, maak je diepe knippen zodat het verband buigt. Je kunt ook een kant-en-klare vorm gebruiken waarbij dit al gedaan is, zoals een hielverband.  

Elleboog en knie
Het is van belang dat de patiënt nog zo veel mogelijk kan bewegen (tenzij er medische redenen zijn dat dit niet mag) en dat het gewricht niet stijf en pijnlijk wordt. Het verband moet rekbaar zijn en tegelijkertijd druk aanbrengen. Houd het gewricht in een neutrale positie en controleer goed of de patiënt nog kan bewegen of bijvoorbeeld zijn oefeningen van de fysiotherapeut kan doen. Hielverband werkt vaak goed op ellebogen (en vice versa). Je kunt een vierkant verband zo knippen dat het goed past (zie figuur 8 en 9).

Als je meerdere repen verband gebruikt, kan de patiënt zich beter bewegen. Deze techniek werkt alleen met dunne producten zoals hydrocolloïd verband. Bij de meeste ellebogen en hielen is een verband van 15×15 cm voldoende. Dit kun je in drie gelijke repen knippen (onthoud dat je niet parallel, maar haaks op het beschermlaagje knipt) (zie figuur 10). Als het gewricht gezwollen is of groter, zoals een knie, kan het nodig zijn om zes repen te knippen uit twee verbanden.

Bij het aanleggen, moet het gewricht in een rechte hoek staan. Dit zorgt voor de beste buigzaamheid. De eerste reep verband breng je direct op de hoek van het gewricht aan. De tweede reep breng je op de zelfde manier aan maar net over de rand van de eerste en in een hoek van ongeveer dertig graden. De derde reep leg je op dezelfde manier aan over de andere rand van de eerste reep. Daarna kun je het verband zo vormen dat het goed over het gewricht past. Je hebt een rekbaar verband nodig dat strak aansluit. Voor grotere gewrichten kun je meer repen gebruiken totdat alles is bedekt. Hoe meer repen je gebruikt, hoe minder scherp de hoek is waarin je ze aanlegt. Deze laatste repen liggen dan bijna parallel aan de vorige reep.

Hand
Als een patiënt zijn handen in het verband heeft, kan dat voor behoorlijk wat beperkingen zorgen. Ze moeten het verbonden gebied immers stil en droog houden. Dit is niet gemakkelijk voor een patiënt dus het is fijn als je je best doet om de beperkingen van dagelijkse activiteiten zo minimaal mogelijk te houden. Gebruik bij voorkeur een verband dat waterproof is en dat goed meebeweegt. Voor wonden aan de zijkant van de hand kun je het verband vastzetten aan één vinger en de rest van het verband vervolgens vormen om de hand (zie figuur 12).

Borstbeen
De meeste wonden aan het borstbeen zijn chirurgische incisies die helen zonder complicatie en die niet voor problemen zorgen. Soms komt het echter toch voor dat een wond geïnfecteerd raakt, openspringt of simpelweg niet heelt. Een veelvoorkomend probleem in dit gebied is dat wondvocht door de zwaartekracht naar de buik loopt. Als het verband het niet meer absorbeert, kan het wondvocht in de huidplooien onder het borstbeen te komen zitten en irritatie en zwelling van de huid veroorzaken. Je kunt een normaal hydrocolloïd verband knippen tot een vlindervorm zodat het goed past. Je kunt er een alginaat verband onderplaatsen zodat het beter absorbeert. Als de wond erg nat is, kun je een schuimverband in de juiste vorm knippen. Als je zelfklevend verband knipt moet je het waarschijnlijk nog extra fixeren om het op zijn plaats te houden.  

Stoma
Wees extra voorzichtig als je verband aanlegt rondom een stoma. Leg het verband als dat mogelijk is niet onder of over de stoma huidplak. Als dit wel nodig is, leg het gedeelte dat het vaakst verwisseld moet worden dan bovenop.

Billen en heiligbeen
Het is vaak moeilijk om een goed verband aan te leggen rond het heiligbeen. De vorm, het formaat en de huidstructuur van dit gebied kan enorm variëren. Bij obese patiënten is het vaak moeilijk omdat er weinig ruimte tussen de billen is. Hierdoor kan het moeilijk zijn om het verband op zijn plaats te houden. Als het eenmaal zit, kan het ongemakkelijk zijn voor de patiënt. Maar bij een magere patiënt met scherpe uitstekende botten, kan het ook moeilijk zijn om verband aan te leggen. Als de patiënt een loszittende gerimpelde huid heeft, is het moeilijk om zelfklevend verband te gebruiken. Een wond rondom de anus kan lastig zijn. Er is misschien maar een klein stukje huid tussen de wond en de anus. Haar en vocht in dit gebied kunnen voor problemen zorgen. De meeste fabrikanten hebben speciaal verband voor dit gebied dat geschikt is voor patiënten met een gemiddeld formaat billen. Al deze verbanden zijn rond en gebogen. Hoe dunner het verband, hoe beter het past. Er is in dat gebied veel wrijving, vooral bij patiënten die lange periodes in een bed of stoel doorbrengen. Als de patiënt zich in een bed of stoel laat zakken komt er een behoorlijke kracht te staan op de randen van het verband. Dikker verband rolt en kruipt makkelijker omhoog en veroorzaakt vaak schade aan de huid. Het verband moet tijd hebben om goed te blijven plakken, voordat de patiënt er gewicht op zet. Als het mogelijk is, mag de patiënt twintig of dertig minuten na het aanleggen van het verband niet liggen of zitten. Hydrocolloïd verband en schuimverband wordt in dit gebied het vaakst gebruikt.  

Voet
Voetwonden komen veel voor bij patiënten met diabetes of artritis. Het belangrijkste is om producten te vinden die effectief zijn onder een sok of schoen en die op hun plek blijven tijdens het lopen. Bij het verbinden van eeltknobbels of zwellingen is het belangrijk om rekening te houden met de richting waarin het wondvocht loopt. Wondvocht heeft de neiging om richting de voetzool te lopen, dus houd dat in gedachten als je het verband aanlegt (zie figuur 19 en 20). Bij patiënten met diabetes is het nodig dat je de wond regelmatig controleert op infecties. Dit is vooral belangrijk omdat deze patiënten de pijn of irritatie van zo’n infectie misschien niet opmerken. Gebruik daarom een transparant verband of een verband dat erop is gemaakt om vaak verwisseld te worden. Een verband dat drie of meer dagen meegaat, is niet kosteneffectief als het vaker verwisseld moet worden. Als je zelfklevende producten te vroeg verwijderd kan er ook nog eens schade aangericht worden.  

Hiel
Er is tegenwoordig veel verband op de markt dat speciaal is ontworpen voor de hiel (zie figuur 21 en 22). Ze zijn zo gevouwen dat ze rondom of onder de hiel passen. Dit verband is ontworpen voor een hiel van een gemiddelde grootte. Als de patiënt een groot oedeem (of lymfoedeem) heeft, past het misschien niet. Dit geldt ook voor een voet van een kind of baby. In dat geval kun je uit een ander stuk verband de juiste vorm knippen. Het is niet altijd nodig om een specifieke vorm te knippen. Een vierkant verband werkt vaak ook goed. Bij een volwassen patiënt moet het vierkante stuk dan wel minstens 15×15 cm zijn, want een kleiner verband geeft dan niet voldoende dekking. Het verband moet zo groot zijn, dat de rand tot in de voetholte komt en niet slechts tot de hak. Op deze manier is er minder kans dat het oprolt. Als je het verband vouwt en vastplakt, let er dan goed op welke randen blootgesteld worden aan druk. Als je het verband bijvoorbeeld eerst onderop de voet aanlegt en dan terugvouwt naar de achterkant van de enkel, rolt de rand waarschijnlijk op als de patiënt een schoen aantrekt. Als het verband echter eerst om de enkel wordt gevouwen en dan onder de voet, zal de gladde kant van het verband makkelijker in de schoen glijden.  

Vingers en tenen
Het verbinden van tenen kan moeilijk zijn vanwege het gebrek aan ruimte tussen tenen die overlappen of dicht op elkaar zitten. Als je te veel verband gebruikt, kan dit voor extra druk zorgen als de patiënt een schoen aanheeft. Vingers worden makkelijk gestoten en ze worden vaak nat. Een extra opvulling van het verband helpt patiënten hun dagelijkse bezigheden veilig uit te voeren. Als de patiënt plastic handschoenen gebruikt bij het wassen of afwassen, wordt het verband niet nat. Het is ook belangrijk dat de patiënt de rest van zijn hand nog goed kan bewegen. Bij tenen en vingers, moet je er goed op letten dat er geen tourniquet effect ontstaat waardoor de teen of de vinger opzwelt. Let dus goed op bij het gebruik van tape en zelfklevend verband. Je kunt hier het beste een kokervormig verband voor gebruiken. Er bestaan hulpmiddelen waarmee je een verband makkelijk over de pijnlijke gezwollen plekken kunt laten glijden. Als je zo’n hulpmiddel niet hebt, kun je de binnenkant van een keukenrol gebruiken. Kleine zelfklevende verbanden kun je het best gewoon over de vinger vouwen en aan de zijkanten vastmaken. In figuur 25, 26 en 27 zie je welke vormen goed werken bij vingers en tenen. Vaak werkt een niet-zelfklevend verband beter op voeten omdat ze rekbaarder zijn en de kracht op de voeten tijdens het lopen beter op kunnen vangen. Tussen de tenen komen vaak schimmelinfecties voor. Je kunt korte tijd een antibacterieel middel gebruiken om de huid steviger te maken en irritaties en infecties als tinea pedis te voorkomen.  

Conclusie
Met een beetje creativiteit zijn de meeste gebieden prima te verbinden met een relatief kleine reeks verbandproducten. Dit is kosteneffectief en maakt je meer vertrouwd en bekwaam met de producten. Je zou misschien denken dat het zonde is om verband in stukjes te knippen. Maar als je het verband niet optimaal gebruikt en als het snel losraakt of huidirritaties veroorzaakt is dat veel inefficiënter.

Nadat je de wond goed verbonden hebt, kun je met de patiënt en zijn verzorgers een passend en realistisch plan maken voor de wondzorg. Om dat te doen moet je een goede kennis hebben van de verbandproducten en de beperkingen. Zo werk je patiëntgericht én kosteneffectief.

Literatuur en noten
Dit artikel is gebaseerd op de Cutting and Application Guide, ontwikkeld door: Carlsen, P, Fletcher J, Mousley, M, Post, H, Taylor, A, Verbeek-Gijsbers, W, Zimmer, R, en gefinancieerd door Coloplast, www.woundcare.coloplast.com

[1]. Franks PJ, Moffatt CJ. Do clinical and social factors predict quality of life in leg ulceration? Int J Low Extrem Wounds 2006; 5(4): 236-43.

Vertaald en bewerkt door Elsbeth Witt

Meer informatie
Dit artikel komt uit het boek ‘Eenvoud in de complexe wondzorg’ van Henri Post, Nurse Practitioner. Dit boek is voor €10,- te bestellen via Stichting Con2pro.

Interview
Lees het interview in de onderstaande pdf met de auteur Henri Post over het boek Eenvoud in de complexe wondzorg. 

Gepubliceerd op: 12 april 2010
Door: Redactie Nursing

Thema:

Wondzorg

Tags:

Wondzorg

Lees Interacties

Geef je reactie Reactie annuleren

Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account


Praktijk Wondzorg

icon-Wondzorg

Wondzorg

Wondcasus: pijnlijk ulcus onder de hiel

icon-Wondzorg

Wondzorg

3 vragen over gedeelde wondzorg: ‘Cliënten kunnen meer wondzorgtaken zelf doen’

icon-Wondzorg

Wondzorg

Zo overtuig je de huisarts, en 5 andere adviezen over de enkel-armindex

icon-Wondzorg

Wondzorg

Student Corner: ‘Het aantal gevallen van decubitus verminderde met 87 procent’

icon-Wondzorg

Wondzorg

Wondcasus: ulcus cruris met een grillig verloop

Bekijk meer

Newsletter

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws en vakinhoudelijke artikelen?

Schrijf je dan in voor een van onze nieuwsbrieven.

Aanmelden

Footer

Meer nursing

Abonneren

Gratis proefabonnement

Shop

Contact

Volg ons op

Adverteren

Personeeladvertentie

Adverteren & partnerships

Nursing Vlaanderen

Ga naar Nursing.be

© Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Nature

  • Privacy Statement
  • Disclaimer
  • Voorwaarden
  • Cookie voorkeuren