
In deze rubriek bespreken leerlingen/studenten verpleegkunde hun onderzoek afstudeerscriptie. Ze leren onderzoek doen naar vaak praktische, klinische onzekerheden; het is zonde om de uitkomsten niet met elkaar te delen.
Hoe ziet je onderzoek eruit?
‘Ik heb een kwalitatief onderzoek gedaan naar de beleving van naasten van patiënten die van de ic of mc naar de verpleegafdeling gingen. Ik ben een mensenzuster, wilde dus geen stoffig onderwerp. Deze kwestie stond heel dichtbij me: ik werkte nog niet zo lang op Traumachirurgie, een specialisme waar vooral jonge, technische verpleegkundigen voor vallen. Ik zit juist meer op de communicatie met de patiënt en zijn familie, en daar wilde ik dus iets mee in mijn onderzoek. Ik heb semi-gestructureerde interviews gehouden met zeven naasten van patiënten. Die gesprekken deed ik bewust niet in het wit, en dat levert echt andere gesprekken op. Mensen zijn veel opener, durven kritiek te uiten. Heel waardevol voor de betrouwbaarheid van het onderzoek dus. Dat de onderzoekspopulatie klein is, kan invloed hebben op de representativiteit van mijn onderzoek. Maar de demografische variatie van de geïnterviewden is wel een goede afspiegeling van onze patiëntengroep, dus de uitkomsten en aanbevelingen zijn zeker wel relevant voor de afdeling.’
Wat zijn je bevindingen?
‘Het gevoel van de verpleegkundigen klopte: uit bezorgdheid hingen naasten van overgeplaatste patiënten veel aan de verpleging. Mijn verwachting was dat naasten het vooral spannend vinden dat er op de verpleegafdeling minder monitoring van vitale functies is dan op de ic of mc. Dat bleek echter helemaal niet de reden voor ongerustheid te zijn; soms dachten mensen zelfs dat alle infuuspompen aan het bed de monitoring was. Er bleek weinig informatie gegeven te zijn over hoe het op de verpleegafdeling allemaal werkt. De drukte op de afdeling bleek de bezorgdheid te vergroten: patiënt en naasten hadden het gevoel dat er weinig persoonlijke aandacht voor hen was. Dat blijkt ook uit mijn literatuurstudie: traumachirurgie is een drukke afdeling, en de overgang vanaf een rustige, gestructureerde ic of mc is dan groot.’
Welke aanbevelingen heb je gedaan?
‘De informatievoorziening voor en na overplaatsing kan structureel beter. Ik heb een zakkaartje gemaakt met gespreksonderwerpen voor op de dag van overplaatsing: geef basisinformatie zoals waar de familiekamer en het koffiezetapparaat zijn, vertel dat naasten ook midden in de nacht mogen bellen om te vragen hoe het gaat. Vertel wat er om het bed heen staat aan apparatuur en waar dat voor dient. Ga vóór de overplaatsing eens langs bij de patiënt en zijn familie: dat schept vertrouwen. Verder beveel ik vervolgonderzoek aan, en daar zijn studenten van de hogeschool nu mee bezig.’
Hoe vond je het om onderzoek te doen?
‘Het was een intensieve, tijdrovende klus. Maar omdat ik mijn onderwerp zo interessant vond, ben ik er goed doorheen gekomen. Dat zou ik andere studenten ook aanraden: kies een onderwerp waar je echt iets mee hebt. Ik vond het leuk om mijn verpleegkundige bril eens af te zetten tijdens gesprekken met naasten, en uitgebreider te horen hoe mensen de zorg ervaren. Ik denk nu weer sneller aan hoe vervelend het is voor een patiënt als hij belt en lang moet wachten voordat hij naar het toilet geholpen wordt, bijvoorbeeld. Dat soort kleine, belangrijke dingen heb ik meegenomen in mijn huidige werk op de chirurgische dagbehandeling.’
Beste Y. Leusink,
Wat een interessant onderwerp. Ik ben zelf werkzaam als verpleegkundige op de afdeling Heelkunde in het CWZ. Wij richten ons met name op gastro- intestinale chirurgie en gynaecologische chirurgie. Wij merken ook dat de overgang van een IC of MC naar onze verpleegafdeling vaak een grote stap is voor de patiënten. Het lijkt me erg zinvol, om de uitkomsten/aanbevelingen vanuit uw onderzoek die op het zakkaartje verwerkt zijn in te mogen zien. Natuurlijk begrijp ik wanneer dit niet mogelijk is. Ik ben benieuwd naar uw reactie. Met vriendelijke groet, Jesse Elsen
Beste Jesse, Yvonne heeft mij het hele artikel gemaild.
Mail mij even, dan stuur ik het door: margot.hamel@bsl.nl
Groet Margot, redactie
hee,
Ik zie dat dit bericht al ouder is. Is het toch nog mogelijk dat ik dit artikel krijg?
Ik heb drie jaar gelden nog een stapel van 1,5 meter aan exit interviews weggegooid, de conclusie was destijds hetzelfde (1989 …), organisatorisch nooit interessant genoeg bevonden om beleid op te maken …
Vaak is het probleem overinformatie (altijd eerlijk, nooit rooskleuriger, wel erg veel). Of zoals een patiënt ooit beschreef, op de IC kwamen jullie met 3 man een wind uitzuigen voor ik wist dat ik er een moest laten, op de afdeling moest ik 2 uur vóór ik moest plassen al bellen … Tsja, op de afdeling staat je ontslagdatum vast, op de IC niet (kan binnen 5 minuten veranderen)
Ik kan me niet voorstellen dat deze onderzoeksvraag wordt goedgekeurd.
1.de overplaatsing van wie? je kan zowel de lezen de overplaatsing van de naasten zelf als van de patiënt.
2. er is geen afbakening in tijd, hoe beleefden naasten van een patiënt de overplaatsing etc. in de maanden juli en augustus etc.
3. het begrip beleving is veel te ruim
4.wat voor een patiënt?
5. waarom is en mc? zijn toch twee verschillende afdelingen.neem dan een afdeling.
Onderzoeksvraag: ‘Hoe beleven de naasten van een patiënt de overplaatsing van de Intensive Care of Medium Care naar de verpleegafdeling Traumachirurgie binnen het Radboudumc?’
Hallo Henriette,
Bedankt voor je reactie. Een kritische noot kan ik altijd wel waarderen.
De vragen die je opsomt staan allemaal in het gehele artikel. Daar staat uitgebreid beschreven welke participanten geincludeerd zijn en waarom daar voor gekozen is. Wanneer je interesse hebt, mag je het gehele artikel natuurlijk lezen, mogelijk beantwoord dat je vragen.
Met vriendelijke groet, Y Leusink