In plaats van twee waskommen per patiënt, slepen met kleffe was en spetters om mijn oren. Wassen met zeep en nawassen zonder. En dan nog een ronde alles drogen. Drie keer langs hoofd, armen, thorax, benen en billen.
Nee, dan mijn geliefde wasdoekjes. Die warm ik een minuutje op, terwijl ik ondertussen kleding en verbandspullen verzamel. In de tijd die het vroeger kostte om een waskom te vullen, heb ik het nu bovenlichaam lotionlapjesfris en aangekleed.
Op een afdeling vol zorgafhankelijken wordt wassen weer aantrekkelijk. Patiënt en zuster zijn vrolijk fit aan het eind van het ochtendritueel. Dus, lieve Nursing, zegt mijn wonder voort. Van deze ADL-wonderen moet de wereld horen. Hulde aan mijn beste verpleegvriend: het magnetron wasdoekje.