Een trauma. Voor een verpleegkundige betekent het woord ‘trauma’ iets met veel schade, een ongeluk en een heleboel artsen. Voor de Bold-and-the-Beautiful-kijkers is ‘trauma’ zo’n ding waarvan mensen stoppen met praten.
Zie je ze voor je, de soap-trauma’s? Bleke, voor zich uit starende mensen, die iets schokkends hebben gezien en weigeren daarover te praten? Van dergelijke trauma’s gaan verpleegkundigen giechelen. Als ze in GTST zeggen ‘ik heb een trauma’, dan leggen wij onze familieleden uit, dat een trauma iets heel anders is, dan de schrik van je leven.
Hoewel. Misschien lachen verpleegkundigen wel te snel te hard om zo’n trauma. Zo’n ervaring die je even volledig op de kop zet. Wij zijn niet op de kop te krijgen, toch? Wat hebben wij nou nog nooit gezien?
Ik zag velen sterven. Sommigen onverwacht. Sommigen na veel kunst en vliegwerk, als ik het vechten voor een leven verloor. Ik zag organen buiten lichaamsgrenzen. En liters tranen. Mensen die op me scholden. Ik ben geslagen en gebeten. Ik werk ‘s nachts, dan is alles doodeng; voor mij. ‘Ik lach in het gezicht van soap-trauma’s’, roep ik altijd heel stoer met mijn collega’s.

Nachtdienst met Halloween
Dat Sandra niet van de nachtdienst houdt, steekt ze nooit onder stoelen of banken. Maar nachtdienst met Halloween vond ze wel héél eng>>>
Toch… sommige dingen blijven je meer bij dan andere. Ik schrik niet zomaar van een plas bloed met een spoor over de gang. Toch heb ik ooit – wellicht heb ik dat al eens verteld – met mijn crocs middenin een horrorfilm gestaan. Live. Ik knipte een lichtje aan, terwijl ik naast een patiënt stond (nachtdienst; natuurlijk) en toen bleek ik in een plas bloed te staan. Het bloed was bovendien opgespat tot de plafondplaten. Gordijnen zaten eronder. De patiënt ook. En die keek glazig voor zich uit. Dood. Ik heb nog nooit zoveel bloed buiten een patiënt gezien. Mijn eerste longbloeding.
Het was het eerste rondje, in mijn eerste nachtdienst van die maand. Die nacht zat ik vol adrenaline. Een fantastisch nachthoofd sleepte me er doorheen. De nachten daarna dacht ik overal bloed te zien. Het heeft jaren geduurd, voor ik die beelden in mijn nachtdienstrondes niet meer overal met me meenam.
Wellicht was dat toch wel een gevalletje ‘traumatische ervaring’. Het is in ieder geval zoiets waar je thuis niet echt over mag praten. Omdat mensen het te gruwelijk vinden om te horen. En ik wilde wel huilen: ‘Precies, te gruwelijk om aan te horen. Hoe dacht je dat ik me voelde, toen ik er middenin stond?’ Maar dat deed ik niet.

In een tel
Als verpleegkundige weet je dat dingen soms in een tel kunnen veranderen. In haar vorige blog gaf Sandra daar een voorbeeld van>>>
Als je verpleegkundige bent, dan heb je dat maar te dragen. Volgens mijn familie en vrienden hoort de dood bij mijn werk. Ze snappen niet dat ik dat werk blijf doen, maar vinden vooral dat ik niet moet zeuren, als ik er dan daadwerkelijk mee te maken krijg. Natuurlijk steunen ze me. Maar of ik er alsjeblieft over op wil houden. Ooit zei mijn toenmalige partner, toen ik met een heftig verhaal thuis kwam en even niet kon stoppen met huilen: ‘Dan moet je met dit werk stoppen!’
Tja, dat is het net. Er is zoveel wél waardevol en fantastisch. Ik heb een geweldige, uitdagende baan. Maar soms daagt het leven (of zijn tegenstander) mij wel heel erg uit. Soms loopt kippenvel langs mijn ruggengraat. Soms heb ik lood in mijn schoenen. Heel soms heb ik echt even geen zin om terug te keren naar mijn werk. Dan ben ik een beetje gebroken. Nee, geen trauma met wervelplank en nekkraag. Dan is mijn bezieling even gebroken. Dan is verplegen geen roeping, maar dan roept het dat ik gek ben als ik weer ga werken.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account