Moeten wijkverpleegkundigen minimaal 24 uur per week werken om te mogen indiceren? Wijkverpleegkundigen zelf zijn verdeeld. Dat blijkt uit een V&VN-enquête over de criteria waaraan je moet voldoen om vakbekwaam te kunnen indiceren. Andere voorwaarden vallen wel goed.
De Expertkring indiceren en intercollegiale toetsing stelde 4 concept-uitgangspunten voor aantoonbaar vakbekwaam indiceren op (zie kader). In de enquête, waarvan de uitslag 27 juli bekend werd, reageerden wijkverpleegkundigen op het voorstel.
4 Concept-uitgangspunten
Een wijkverpleegkundige is aantoonbaar vakbekwaam om verpleging en verzorging in de eigen omgeving voor de Zorgverzekeringswet te indiceren en te organiseren als:
1. ze werkt volgens het Expertisegebied Wijkverpleegkundige (V&VN, 2019);
2. ze een aanvullende training vakbekwaam indiceren heeft gevolgd;
3. ze minimaal 24 uur per week werkzaam is in de wijkverpleging;
4. ze 3x per jaar deelneemt aan Intercollegiale Toetsing met een onafhankelijk procesbegeleider.
Steun
Met de eerste 2 uitgangspunten is ongeveer driekwart van de 537 respondenten (bijna allemaal wijkverpleegkundigen) het eens. Volgens sommigen is naast een aanvullende training ook een jaarlijkse opfriscursus belangrijk.
Ongeveer driekwart (77%) heeft al een training gevolgd om te indiceren. De belangrijkste reden dat wijkverpleegkundigen die training nog niet volgden: de werkgever faciliteert dit volgens hen niet.
Verdeeldheid over urennorm
De verdeeldheid zit bij punt 3 en 4. Een kleine minderheid (44%) vindt inderdaad dat minimaal 24 uur werken als wijkverpleegkundige nodig is. Maar 32% is het daarmee oneens, 24% is neutraal.
De 24-uursnorm sluit verpleegkundigen die praktijk met onderzoek willen combineren mogelijk uit. Dus als rigide norm is dit niet toekomstbestendig, schrijft een respondent. Uit het enquêterapport: ‘Ook wordt de norm als te rigide genoemd omdat door ziekte, leeftijd en gezinssituatie het kan zijn dat je minder uren dan 24 uur werkt, terwijl je dan wel vakbekwaam kan zijn in het stellen van indicaties.’
Verdeeldheid over intercollegiale toetsing
Intercollegiale toetsing is een goed uitgangspunt, vinden veel wijkverpleegkundigen. Maar 3 keer per jaar deelnemen met een onafhankelijk procesbegeleider is volgens diverse respondenten onhaalbaar. Vooral in een klein wijkteam is dat lastig, schrijft een van hen. Iets meer dan 40% steunt dit criterium al wel, 27% niet, 32% is neutraal.
Aansluiten bij expertkring
Zowel de urennorm als hoe om te gaan met intercollegiale toetsing moet nader worden bekeken, is de conclusie. De Expertkring intercollegiale toetsing en indiceren vraagt advies bij diverse partijen. Wie interesse heeft om zich aan te sluiten bij deze expertkring kan zich aanmelden bij wijkverpleegkundigen@venvn.nl.
Lees hier de volledige uitslag van de V&VN-enquête over de concept criteria vakbekwaam indiceren.
Waarom criteria voor vakbekwaam indiceren nodig zijn
‘Indiceren is óns vak’, benadrukte Milanda Koopman, wijkverpleegkundige en bestuurslid van V&VN Wijkverpleegkundigen vorig jaar op de website van V&VN. Als wijkverpleegkundigen goed indiceren, zouden zorgverzekeraars niet om een toelichting van de huisarts hoeven vragen. Toch doen zorgverzekeraars dat soms nog wel, zei Koopman.
Dat een eenduidige, duidelijke onderbouwing van een indicatie nodig is staat al in diverse notities en handreikingen. Maar om kennis en kunde omtrent indiceren te bevorderen zijn ook criteria nodig die duidelijk maken wanneer een wijkverpleegkundige aantoonbaar vakbekwaam indiceert, vindt V&VN wijkverpleegkundigen. Vandaar deze concept-aandachtspunten en de bevraging daarover bij de achterban.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account