Personenalarmering thuis is ’s avonds en ’s nachts moeilijk in te passen in de route. Dat is een van de drie problemen rond personenalarmering die verpleegkundigen en verzorgenden in de wijk noemen. Onderzoeksinstituut NIVEL zocht mee naar oplossingen.
Het NIVEL verzamelde de problemen en mogelijke oplossingen voor de soms moeizame samenwerking tussen verpleegkundigen, verzorgenden, (triagisten van) huisartspraktijken (HAP) en centralisten na een personenalarmering. Dit vinden verpleegkundigen en verzorgenden het meest storend:
1 Alarmeringen zijn ’s avonds en ’s nachts moeilijk in te passen in de zorgroute
Het probleem: De verpleegkundigen en verzorgenden van de thuiszorg moeten de alarmeringen opvolgen naast hun reguliere zorgroute. Zij moeten in het geval van een alarmering binnen 20 minuten aanwezig zijn op een adres. Dat is vaak lastig te halen, omdat ze op dat moment met een andere cliënt bezig zijn en dit eerst netjes moeten afronden. Ook moet in sommige gevallen als ze bij de cliënt zijn gearriveerd de HAP gebeld worden. Dit is problematisch voor het vervolgen van de geplande zorgroute van de verpleegkundige of verzorgende. ’s Avonds zijn de teams kleiner en moeten er per persoon grote afstanden afgelegd worden. Die 20 minuten is dan alleen al nodig om ter plaatse te komen.
Mogelijke oplossing: De Centrale moet kunnen zien welke verpleegkundige of verzorgende het dichtst bij is.
2 Triage door verpleegkundigen wordt niet serieus genomen
Het probleem: De HAP geeft aan dat de te doorlopen protocollen voor de triage en opvolging leidend zijn. Deze protocollen zijn ontwikkeld om patiëntveiligheid te kunnen garanderen. Zo willen de triagisten bijvoorbeeld altijd de patiënt zelf spreken. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen wie er belt naar de HAP: familie, verpleegkundigen/verzorgenden of centralisten. Dit werd door de verpleegkundigen en verzorgenden van de thuiszorg als storend ervaren. Voor hen voelt dit aan alsof ze niet serieus genomen worden en de triage dubbel gedaan wordt. Ook verspillen zij tijd door in de wacht te staan. Het probleem van de HAP is dat zij niet weten wat de competenties zijn van de verpleegkundige of verzorgende die ze dan aan de lijn krijgen en daarom geen risico’s willen lopen voor de patiëntveiligheid.
Mogelijke oplossing: een directe lijn naar de HAP, in plaats van het reguliere telefoonnummer. Verpleegkundigen en verzorgenden vinden dat ze de triage tot aan een zeker punt kunnen uitvoeren, en daarna advies moeten kunnen vragen aan de HAP.
3 Veiligheid verpleegkundigen en verzorgenden
Het probleem: verpleegkundigen en verzorgenden geven aan dat ze zich niet altijd even veilig voelen bij een cliënt thuis. Cliënten en naasten worden ook steeds mondiger. De tocht naar de cliënt is in het donker extra spannend.
Mogelijke oplossing: contact blijven houden met de centralist zodra de zorgverlener het huis betreedt. Ook wordt gesuggereerd dat de zorgverleners meer informatie moeten krijgen over de woning. Waar ligt de patiënt bijvoorbeeld in bed? Ook het huis betreden met twee zorgverleners tegelijk, zoals soms gebeurt bij de ambulante nachtzorg, zou een deel van de spanning kunnen wegnemen.
Onderzoek personenalarmering
NIVEL deed zijn onderzoek naar personenalarmering in de regio Rotterdam en Zuidoost-Brabant. Het rapport is gebaseerd op interviews en focusgroepen met triagisten van de HAP, centralisten, verpleegkundigen en verzorgenden. Het aandeel waarbij het daadwerkelijk een alarmmelding betrof en het niet ging om bijvoorbeeld loos alarm was 42% in de regio Rotterdam en 62% in de regio Zuidoost-Brabant. In Rotterdam werd 63% opgevolgd door de thuiszorg. In Zuidoost-Brabant werd niet geregistreerd hoe meldingen zijn opgevolgd.
Groei meldingen personenalarmering
Naar schatting maken 250.000-280.000 ouderen in Nederland gebruik van personenalarmering. Als gevolg van vergrijzing en extramuralisatie van zorg is een toename van het aantal gebruikers te verwachten, stelt NIVEL.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account