Esther Zweep werkt jaren met veel plezier in het CWZ Nijmegen. Totdat de bezuinigingen beginnen, en er zelfs 100 fte verpleegkundigen het pand moet verlaten. Een onzekere tijd breekt aan.
Het was al even bekend dat mijn ziekenhuis flink moest bezuinigen. Zo werden hier en daar afdelingen samengevoegd. In februari kwam daar de mededeling bij dat het CWZ ‘afscheid moest nemen’ van 100 fte verpleegkundigen, dat zijn ongeveer 125 collega’s. Er was een Sociaal Plan en daar moesten we het mee doen.
Dit bezorgde mijn collega’s en mij veel stress. Hoeveel van ons zouden boventallig worden geplaatst? Ik ben kostwinner en volgens het Sociaal Plan zou ik boventallig zijn, want ik was in mijn leeftijdscategorie als laatste binnengekomen. Maar om wie het echt zou gaan wisten we niet. Daar moesten we twee maanden op wachten.
Waarom zolang? Als je als bestuur aankondigt dat er 125 mensen weg moeten dan heb je dat toch goed doordacht, dan ga je toch pas met dat nieuws naar buiten als je weet om wie het gaat? Onbegrijpelijk, en onnodig stressvol voor de medewerkers.
Van mijn team moesten vier zeer ervaren verpleegkundigen weg bij nefrologie; eentje van hen is 62 jaar. Zij hebben jaren in een prachtig team gewerkt en moeten nu als ‘boventalligen’ de flexpool in. In mijn team heerste compleet ongeloof. We hebben heel wat afgehuild in de teamkamer, met de deur dicht.
De stress en onzekerheid waren ondertussen voor veel collega’s en mij te veel. Wij gingen verder kijken, buiten de muren van ons ziekenhuis. En iedere keer als een collega aangaf dat ze een andere baan had, kwamen de tranen weer. Tranen omdat een lieve collega weg gaat, tranen omdat weggaan uit het team eigenlijk niet jouw keuze is.
Mijn mooie, waardevolle team viel langzaam maar zeker uit elkaar. Niet alleen mijn collega´s die boventallig waren geplaatst voelden zich afgedankt. Ook de anderen waren gekwetst. Want hoe kun je een ziekenhuis runnen als je van de 800 verpleegkundigen er 125 uitgooit? Wat staat de achterblijvers te wachten? Een verziekte werksfeer, flexibel moeten zijn tot je een ons weegt, je niet serieus genomen voelen door het management: je zou een bonus moeten krijgen voor iedere dag dat je het er volhoudt.
Het ergste van alles is dat er ondertussen al zo veel verpleegkundigen zijn vertrokken dat er binnenkort vacatures zullen zijn. Ja dat is echt waar. Maar de vertrokken collega’s komen niet meer terug. Ze zijn niet gek.
Het rare is dat deze nare geschiedenis voor mij persoonlijk ook iets positiefs oplevert. Al drie jaar lang wil ik de opleiding tot dialyseverpleegkundige doen en het werk op de dialyse combineren met dat op de verpleegafdeling nefrologie. Maar in het CWZ kon dat niet. Nu ga ik in mijn 50ste levensjaar bij een ander ziekenhuis aan de slag met de opleiding, en werken op beide afdelingen. Ik krijg door de rare sprongen van mijn werkgever dus wat ik wil. Maar de prijs is hoog voor collega’s die niet zo veel mazzel hebben als ik. En dat is zuur. Het gevoel rond mijn afscheid is dus dubbel: ik ben blij met deze nieuwe kans maar voel mee met de collega’s die achterblijven. Zij moeten met veel minder verpleegkundigen kwalitatief goede zorg geven aan hetzelfde aantal patiënten als voor deze bezuiniging. Ik kan er niet te lang bij stilstaan anders word ik overmand door verdriet.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account