De thuiswonende mevrouw Engel gedraagt zich steeds onvoorspelbaarder. Ze is soms poeslief, dan weer hatelijk en agressief. De verpleegkundigen in de wijk die haar bezoeken, zijn bang voor haar onbegrepen gedrag.
Tekst Gerben Bergsma
Mevrouw Engel (86) heeft hartfalen en ontvangt thuiszorg voor haar oedeemvoeten. De laatste maanden wordt de omgang met mevrouw steeds moelijker. Ze was al nooit de makkelijkste, maar de laatste tijd is haar stemming grillig.
Ze speelt de medewerkers van het thuiszorgteam tegen elkaar uit, commandeert, scheldt, tiert en is dan opeens weer poeslief. Ze jaagt de verpleegkundigen de stuipen op het lijf met haar onberekenbare en onbegrepen gedrag. Sommige collega’s laat ze niet meer binnen, anderen hemelt ze juist op.
Vloeken en tieren
Mevrouw woont op de negende etage van een flatgebouw en had in haar werkzame leven een winkel in fournituren. Daarnaast was ze een fervent bridger en bestuurslid van allerlei verenigingen. Ze werd vroeg weduwe en bracht haar 3 dochters in haar eentje groot. Tot haar verdriet, maar vooral boosheid, komen de dochters al jaren niet meer langs. Ze klaagt daar veel over: ‘Na alles wat ik voor ze heb gedaan, krijg je dit…’
‘Ze vraagt steeds net iets meer dan wat je kunt of mag doen’
Mevrouw Engel is altijd alleen gebleven. Sandy, haar favoriete wijkverpleegkundige, snapt wel een beetje waarom. Soms is mevrouw Engel echt vriendelijk, maar meestal klaagt ze steen en been. Dan nog heeft ze er een handje van je op een neerbuigende manier opdrachten te geven. ‘Niet zo strak zwachtelen, je leert het ook nooit!’
Vragen is er niet bij en de minachting druipt eraf. Ook vraagt ze net iets meer dan wat je kunt of mag doen. Als je een weerwoord hebt of zenuwachtig wordt, kan ze verschrikkelijk tekeergaan. Ze vloekt en tiert en gooit je persoonlijke dingen voor de voeten die je eens verteld hebt toen ze vriendelijk gestemd was.
Gerben Bergsma op het podium bij Nursing
Tijdens het congres ‘Ouderenpsychiatrie in de praktijk’ do 4 april 2024, Veenendaal. Meer informatie >
In kaart brengen
Samen met het team brengen we de situatie in kaart. Het blijkt dat er grote verschillen zijn in het omgaan met mevrouw. Sommige verpleegkundigen liggen er letterlijk wakker van als ze de volgende ochtend in hun route zit. Janneke, een ervaren kracht, stond tot haar eigen verbazing onlangs huilend op de gang na weer een desastreus verlopen bezoek. Anderen ervaren de omgang ook als ingewikkeld, maar hebben wel een manier gevonden.
We vermoeden dat de aandoening van mevrouw een rol speelt bij haar gedrag. Mevrouw heeft elefantiase (olifantsziekte: eindstadium van lymfoedeem dat onder andere leidt tot enorme zwelling van de benen), waardoor ze de deur niet uit kan. Ze kan niet meer de prettige dingen doen die haar stemming eerder nog wel eens temperden.
Wat werkt wel, wat niet?
We zoomen in op de werkzame elementen van de begeleidingstechniek van de verpleegkundigen die redelijk met mevrouw overweg kunnen. Zij blijken een neutrale attitude te hebben, mee te bewegen met mevrouw én duidelijk te begrenzen bij grensoverschrijdend gedrag. Eén collega stapt zelfs op als mevrouw neerbuigend blijft doen.
‘Sommige collega’s laat ze niet meer binnen, anderen hemelt ze juist op’
De collega´s die meer moeite hebben, blijken zich vaak te verontschuldigen als mevrouw commandeert en niets goedvindt. De collega’s die mevrouw niet meer binnenlaat, blijken de verpleegkundigen te zijn die meteen op hun strepen staan en snel in hoogoplopende conflicten terechtkomen door haar onbegrepen gedrag.
Erkennen en begrenzen
We besluiten video-opnames te maken van de verpleegkundigen die een bepaalde manier gevonden hebben. Mevrouw Engel weigert eerst mee te werken (‘dat is jullie probleem’), maar stemt toch toe als we uitleggen dat het bedoeld is om verpleegkundigen te leren beter met haar om te gaan (‘eindelijk, dat werd tijd’).
De video’s leren dat toon (neutraal) en tempo (rustig) belangrijk zijn bij de omgang met mevrouw. De verpleegkundigen die mevrouw Engel kan velen, blijken verder intuïtief de EBI-methode toe te passen: eerst erkennen, dan pas begrenzen en daarna overgaan tot een instructie – ‘dit gaan we doen’.
Als mevrouw bijvoorbeeld ernstig aan het klagen is, zegt de verpleegkundige gemeend: ‘Ja, dat is naar hè, als je zoveel pijn hebt aan je benen. Dat valt niet mee. Zeker niet voor een actief persoon zoals u.’ Hierna bijvoorbeeld: ‘Maar ja, helaas hebben we geen toverstaf waarmee we het allemaal weg kunnen toveren,’ waarmee het klagen in zekere zin begrensd wordt. Om daarna voor te stellen ‘Zal ik nu helpen met aankleden? Dat leidt misschien een beetje af.’
Gerben Bergsma spreekt ook tijdens ons congres de Nursing Experience in december. Tijdens zijn sessie maak je kennis met het onderwerp psychiatrie in de wijk en leer je beter omgaan met cliënten met psychiatrische aandoeningen. Bekijk het volledige programma van de Nursing Experience.
Interventie
Op basis van de analyse maken we met de verpleegkundigen een omgangsplan waarin begrip en begrenzing de kern vormen. We delen mevrouw in op de route van verpleegkundigen die dit al enigszins beheersen. Eenmaal per 4 weken maken we weer een video-opname.
Ook bespreken we het bezoek aan mevrouw Engel regelmatig een paar minuten telefonisch voor en na. Het team leert hierdoor steeds beter op welk moment ze moeten meebewegen en wanneer ze moeten begrenzen.
Mevrouw blijkt na een tijdje goed te reageren op interventies als de zorg onderbreken óf stoppen als ze schreeuwt, neerbuigend of eisend doet. Ze wordt milder, waardoor het voor de collega’s die moeite met haar hadden makkelijker wordt de zorg weer op te pakken.
Bron
1. www.volksgezondheidenzorg.nl > zoek op persoonlijkheidsstoornissen.
Persoonlijkheidsstoornis
Mevrouw Engel heeft mogelijk een persoonlijkheidsstoornis, iets waar naar schatting 4 tot 13% procent van de Nederlanders last van heeft.1 Borderline en de antisociale persoonlijkheidsstoornis vallen hieronder.
Mensen met een persoonlijkheidsstoornis ervaren vaak problemen met de eigen identiteit (wie ben ik). Ze hebben sterke (achterdochtige) gedachten en heftige emoties die ze maar moeilijk kunnen remmen. Hierdoor zijn er ook problemen op het relationele vlak.
Er zijn veel effectieve behandelingen die helpen gedachten te beïnvloeden, emoties te reguleren en sociale vaardigheden te trainen. Ondanks dat blijft het een complexe aandoening die zeer belemmerend kan zijn voor de patiënt en zijn omgeving.
7 tips voor omgaan met mensen met een moeilijke persoonlijkheid
1 Bereid je voor op het contact. Sta even stil bij je gevoel (bang, boos, blij, bedroefd), je gedachten (zie ik ertegenop of heb ik vertrouwen) en je lichamelijke signalen (hartslag, spierspanning, ademhaling). Adem rustig en diep in, buig je knieën licht, laat je schouders zakken. Bedenk wat je kunt verwachten als je de kamer in gaat en hoe je daarop wilt reageren.
2 Neem een licht betrokken, neutrale houding aan.
3 Beweeg mee, tot je grens bereikt is. Wees dan duidelijk en begrens. Pas EBI toe: eerst Erkenning, dan Begrenzing, dan Instructie (‘ik begrijp dat die pijn vervelend voor u is, maar uw toon is onprettig. Ik kan u helpen als u vriendelijk met mij omgaat’).
4 Laat je niet verleiden tot strijd of woede.
5 Ga weg als de ander toch doorgaat met het vervelende gedrag.
6 Neem de aantijgingen niet persoonlijk, het is de stoornis die tekeergaat.
7 Geef de cliënt elke keer weer een nieuwe kans.
Gerben Bergsma is verpleegkundige, adviseur en trainer. Hij adviseert teams in vastgelopen zorgsituaties via het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE, kosteloos). Daarnaast schreef hij het boek ‘De Nooduitgang’, over onbegrepen gedrag en probleemgedrag in de langdurige zorg.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account