Om een uur of half zes ‘s middags krijgen we telefoon van het huis waar moeder woont: moeder is gevallen en heeft waarschijnlijk haar heup gebroken. Ik krijg eerst een heel verhaal hoe agressief ze weer was: zij wilde haar boterham, die er nog stond vanaf 12.30 ‘s middags, om half 5 opeten en dat mocht niet van de verzorgende vanwege hygiëne-normen. Moeder begreep dit niet, wilde zelf bepalen wat en wanneer zij at, liep schreeuwend weg en even later hoorde de verzorgende haar heel hard gillen achter haar kamerdeur. Moeder was gevallen, de arts werd gebeld en die constateerde een gebroken heup. Ambulance gebeld, familie gebeld, moeder naar het ziekenhuis.
Op de spoedeisende hulp wordt volgens protocol een aantal handelingen verricht, waaronder het inbrengen van een infuus en een blaaskatheter. De verpleegkundige die moeder helpt, vraagt of moeder weinig gedronken heeft, want ze is erg moeilijk te prikken en er zit geen urine in de blaas. Pas nadat er 1 liter infuus is ingelopen, komt de urine op gang! Behalve dat moeder Alzheimer heeft en gedragsproblemen waar de verzorging niet mee om kan gaan, is zij op de dag dat zij valt en haar heup breekt, flink uitgedroogd!
De volgende ochtend wordt moeder geopereerd en krijgt een kop-halsprothese. De operatie gaat goed, ondanks haar slechte longen en haar verminderde hartfunctie. De dagen daarna ontwikkelt zich (natuurlijk!) een delier. Wij, dochter en ik, nemen wat spullen mee uit het huis van moeder, haar kalenderklok, twee foto’s en haar wekker. We zijn zoveel als wij kunnen bij moeder, maar de onrust manifesteert zich vooral ‘s avonds en ‘s nachts. Met mij als contactpersoon worden de maatregelen besproken die ingezet moeten worden en ik stem daarmee in, ook omdat het voor dochter en mij onmogelijk is om 24 uur bij moeder aan bed te zitten, dat houden wij niet vol.
De verpleegkundigen zijn professioneel, deskundig en empathisch, zowel naar moeder als naar ons, de familie. De zaalarts consulteert een geriater, die moeder uitgebreid onderzoekt, met ons praat en het dossier bestudeert. De geriater schrijft medicatie voor waar moeder goed op reageert. De verpleegkundige overlegt met de dienstdoende arts om haar een nicotinepleister te geven, wat ook bijdraagt aan haar welzijn.
Een paar dagen na de operatie komt er een gevoel van rust over mij. Natuurlijk komt dat omdat moeder de operatie overleefd heeft en, ondanks haar delier, langzaam opknapt. Het komt ook, bedenk ik mijzelf, omdat ik daadwerkelijk de zorg over kan geven aan mensen die weten waar zij mee bezig zijn. Ik hoef niet steeds zelf vooruit te denken, met ideeën aan te komen, specialisten in te schakelen of continu op het vinkentouw te zitten om elke verandering te signaleren, te bespreken en vervolgens op te letten of het afgesproken beleid wel doorgevoerd wordt. Ik ga met een gerust hart naar huis, omdat ik weet dat er goed op moeder gelet wordt. De verpleegkundigen voelen zich niet aangevallen als wij, dochter en/of ik, iets met hen willen bespreken. Wij zijn ervaringsdeskundigen en het is een verademing te merken dat de verpleegkundigen dat accepteren. Voor het eerst in al die jaren dat moeder Alzheimer heeft en ik professionele hulp heb moeten inschakelen, voel ik mij deel van een team dat moeder helpt, samen, deskundig en zorgzaam!
Hanneke Ikking
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account