Ze nam teveel initiatief, of was juist te afwachtend: het was nooit goed volgens de stagebegeleider van Barbara. Gelukkig zette ze toch door en kan ze haar eigen slechte ervaring ombuigen in iets goeds.
Het nieuws dat honderden studenten willen stoppen na een slechte stage-ervaring raakt bij mij een gevoelige snaar. Jonge, enthousiaste studenten kiezen voor het vak verpleegkunde, maar knappen vervolgens volledig af op het werken in de praktijk. En dát terwijl verplegen het mooiste vak is dat er bestaat!
Hoe kan dat? De redenen voor deze uitval zijn divers. Wanneer de studie toch niet is wat ervan verwacht werd, dan is dat te begrijpen. Maar zodra het is omdat wíj – gediplomeerd verpleegkundigen – tekortschieten in de begeleiding dan moeten wij onszelf dat aanrekenen.
Ik heb zelf ook een slechte stage-ervaring. Als tweedejaars-leerling ging ik best lekker met de opleiding. Ik had het naar mijn zin en keek erg uit naar mijn stage op de gecombineerde kinder-kraamafdeling. Alhoewel ik het contact met en zorgen voor de patiënten heel leuk vond, liep het contact met mijn stagebegeleidster zeer stroef. Het klikte niet.
Niets leek ik goed te kunnen doen. Nam ik initiatief, dan was het niet goed en werd ik op mijn plek gezet. Was ik wat afwachtend, dan kreeg ik te horen dat ik toch echt wat meer initiatief mocht tonen.
Ze gooide me in het diepe en liet me zwemmen, terwijl ik alleen nog maar kon watertrappelen. Als ik haar nodig had, kon ik haar nergens vinden. Maar maakte ik een foutje of vergat ik iets, dan was ze er als de kippen bij en voelde ik haar hete adem in mijn nek.
In mijn leerlingenogen had deze verpleegkundige alle wijsheid en macht. Ik was bang voor haar en ging met buikpijn naar het werk. Zij zorgde er met haar houding voor dat ik niet meer geloofde in mijzelf. Ik klapte dicht en sloot de stage af met een onvoldoende.
Mijn allereerste onvoldoende in die 2,5 jaar. Ik werd afgerekend op het feit dat ik als persoon niet in het team zou passen. Ik werd niet beoordeeld op mijn leerdoelen, mijn kennis en kunde. Mijn zelfvertrouwen was weg en ik dacht erover te stoppen met de opleiding.
Godzijdank heb ik het afgemaakt en mijn toekomst niet laten bepalen door een enkele stagebegeleidster. Dat bleek wel uit de dikke vette voldoende die ik haalde in de volgende stage op de longafdeling. Ik voelde me als een vis in het water in dat team. Mijn zelfvertrouwen was terug.
Maar begeleiden wij stagiairs zodat ze precies in ons eigen team passen? Of is het onze taak als begeleiders om breder te kijken en gediplomeerd verpleegkundigen af te leveren die klaar zijn om te werken waar zíj willen? Ik vind het laatste. Wij moeten hen laten zien, van heel dichtbij, hoe veelzijdig en leuk ons vak is. Wij zijn allemaal ambassadeurs van de verpleegkunde.
Ik heb bij het begeleiden van stagiairs nog altijd mijn eigen stage-ervaring in mijn achterhoofd. Ik ben me ervan bewust dat zij het vak moeten leren via mij. Wat een mooie taak is dat, om het zorgpersoneel van de toekomst te mogen begeleiden!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account