Een duidelijke taak- en rolverdeling tussen verpleegkundigen en ondersteuners. Dat heeft de zorg in tijden van corona nodig, stellen onderzoekers Marloes Veenstra en Dewi Stalpers. En daarna ook.
Veenstra en Stalpers zijn onderzoekers van het RN2Blend-onderzoeksprogramma. Ze doen de aanbeveling naar aanleiding van een (deel-)studie* naar de organisatie van de verpleegkundige zorg op de ic’s tijdens de eerste coronagolf. Dewi Stalpers was ic-verpleegkundige en hielp in de eerste golf mee op een ic van een ziekenhuis in het midden van het land. Nursing sprak met haar.
Wat viel je op de ic op?
Dewi Stalpers: ‘De onderlinge sfeer was goed. Iedereen hielp waar hij kon. Maar ik zag ook de struggle van de ic-collega’s en de ondersteuners: hoe leiden we dit in goede banen? Al die mensen die in een nieuwe rol moeten werken, met mensen die ze niet kennen. Collega’s spraken hun zorgen uit: hoe moet dit in de toekomst? Daar wilde ik onderzoek naar doen.’
Wat wilde je weten?
‘Ieder ziekenhuis heeft zijn eigen cultuur en pakt zo’n situatie op zijn eigen wijze aan. Dus ik wilde graag weten wat er van elkaar te leren is, ook richting het toekomstig inrichten van het verpleegkundig werk. Nog belangrijker was de ervaring van de zorgverleners: hoe hebben zij die periode beleefd? Hebben zij zich gewaardeerd gevoeld? Hadden ze voldoende inspraak? De lessen die in de eerste golf zijn geleerd kunnen we meenemen.’
Wat was de ervaring van de ondersteuners?
‘Die waren over het algemeen positief. De teamgeest was prima, de meesten voelden zich veilig en gesteund. Ze hadden het gevoel dat ze hun vragen konden stellen.’
Hoe was het voor de ic-verpleegkundigen?
‘Voor hen was het de grootste uitdaging. Ze moesten soms leiding geven aan verschillende ondersteuners, terwijl ze hen niet kenden. Gewoonlijk hebben ze 1 of 2 patiënten in zorg, en nu hadden ze er soms zelfs 4. Dan moet je dingen loslaten, je kunt niet het niveau van zorg leveren die je gewend bent. Dat kan stressvol zijn.
De ic-verpleegkundigen moesten werken met veel wisselende ondersteuners van wie ze de capaciteiten niet kenden. Dingen steeds opnieuw uitleggen kost tijd en energie. Daarbij was het nogal eens onduidelijk of en welke verantwoordelijkheden overgedragen konden worden.’
Maakte de werkervaring van de ondersteuners veel uit?
‘Het gaat om de juiste mix. Anesthesiemedewerkers hebben kennis van beademing en hart-longmachines en konden worden ingezet als bewakingsverpleegkundige. Andere ondersteuners, zoals operatieassistenten, waren onderdeel van draaiteams of als omloop. Ieder had zijn eigen rol op basis van zijn werkervaring.’
Hoe zie je de zorg in de tweede of latere golf voor je?
‘Ik kan me wel vinden in een opmerking van een geïnterviewde ic-verpleegkundige: dat niet iedereen op dezelfde manier op de ic kan helpen. In de eerste golf was bij wijze van spreken iedereen welkom, en dat pakte niet altijd even goed uit.
Het gaat erom dat je mensen met bepaalde competenties op de juiste plaats zet. Je kunt daarbij inzetten op meer duobanen waarbij mensen hun tijd verdelen tussen bijvoorbeeld de seh en de ic. En flexibel opleiden wordt genoemd als belangrijke investering richting de toekomst.’
Speelt dit alleen op de ic’s?
‘Nee, in de tweede golf is de druk op de verpleegafdelingen groter geworden. Al met al gaat het over de vraag hoe flexibel we zijn als organisatie én als verpleegkundigen. We moeten leren met een bredere blik naar de zorg te kijken.
Wat zijn de individuele competenties van jou als verpleegkundige: kun je goed delegeren en dus met gemak meerdere ondersteuners aansturen, of werk je het liefst 1 op 1 bij de patiënt?
Vind je het interessant om je dagelijkse werk te combineren met stand-by staan voor de ic of werk je graag op de covid-unit? Of combineer je het werk aan het bed graag met onderwijs geven of onderzoek doen?
In ieder team zijn er rollen te verdelen. Ik ben ervan overtuigd dat gedifferentieerde teams de toekomst hebben. Dat zijn teams waarin er zo optimaal mogelijk gebruik wordt gemaakt van ieders capaciteiten.
Het biedt de mogelijkheid om te doen waar je goed in bent, en dat werkt motiverend. Hopelijk kunnen we op deze manier meer collega’s binnenboord houden.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account