Het tekort een verpleegkundigen en verzorgenden loopt anno 2017 steeds verder op. Tijd voor een nieuw protest, een nieuwe Witte Woede, vindt Nannie Wiegman. Niet zozeer voor een beter salaris, maar vooral voor meer personeel. En dat personeelstekort is vooral een ‘genderprobleem’.
De inkt van het nieuwe regeerakkoord is nog maar net droog of de protesten dienen zich al aan. Vooral de verpleegkundige beroepsgroep is in rep en roer. Immers, iedereen weet dat we in de nabije toekomst afstevenen op een tekort aan verpleegkundigen en verzorgenden, maar in de plannen van de kersverse regering is er geen letter over te vinden. Voorzichtig klinkt inmiddels de roep om een nieuwe periode van protest, een tweede Witte Woede dus. Is dat zinvol?
Een gestencild papiertje
Toen het Florence Nightingale Instituut onlangs een serie oude leerboeken voor het documentatiecentrum aangeboden kreeg, rolde er uit een van de boeken een gestencild papiertje. Als historicus word je dan meteen nieuwsgierig. Het betrof een gestencild artikel, getiteld ‘Schaarste aan verpleegkundigen, wat kunnen we ermee?’ van Ireen van Engelen. Ha, dacht ik meteen, dat is voer voor een nieuwe blog. Want is dat niet een probleem waar we anno 2017 ook mee in onze maag zitten?
De Witte Woede (1989-1991)
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Tijdschrift voor Ziekenverpleging vond in 1990 het symposium ‘Het perspectief van de schaarste’ plaats. Drie verpleegkundigen, een filosoof, een politicoloog en een patiënt kwamen aan het woord en lieten hun licht schijnen op het probleem van dat moment: het tekort aan verpleegkundigen. Het tijdstip van dat congres was heikel, namelijk midden in de periode van de Witte Woede.
In 1989 was de frustratie van verpleegkundigen en verzorgenden tot uitbarsting gekomen en vanaf dat moment stond de hele beroepsgroep op zijn kop. Ten tijde van het symposium, in september 1990, vonden overal acties in de zorg plaats, sommige ludiek, andere van een ongemene felheid. Voor het eerst in hun 100-jarige geschiedenis traden verpleegkundigen en verzorgenden naar buiten en lieten ze zich van een andere dan de zorgzame kant zien. De protesten draaiden niet alleen om een betere salariëring, maar ook om meer maatschappelijke erkenning en carrièrekansen.
Meer beroepstrots nodig
De oplossingen die de sprekers op het symposium in 1990 aandroegen, waren gericht op het versterken van de beroepstrots. Ze zagen het gebrek aan beroepstrots als een van de belangrijkste redenen waarom er geen personeel te krijgen was. Als je laat zien hoe aantrekkelijk het beroep is, zo vond men, dan trek je vanzelf nieuwe jonge mensen aan. Aan die beroepstrots is na de periode van Witte Woede hard gewerkt. Er kwam politieke aandacht en dus geld. Een nieuwe bond, NU’91 en een nieuwe beroepsorganisatie, V&VN, zagen het licht. Verplegen kreeg een wetenschappelijke basis, waar inmiddels zo’n tien hoogleraren vorm aan geven. Kortom, alle ingrediënten om die beroepstrots te voeden, zijn nu wel aanwezig.
Een nieuwe protestperiode?
Het verschil met 25 jaar geleden is nu niet meer het gebrek aan beroepstrots bij verpleegkundigen en verzorgenden. Dat zit wel goed. Nee, het grote verschil is dat werken in de zorg vroeger een natuurlijke emancipatorische route voor vrouwen was. En dat natuurlijke aanbod is geslonken. Vrouwen kunnen kiezen uit alle beroepen die ze maar willen om carrière te maken. Dus terwijl de vraag groeit, neemt het aanbod af. En dat tekort wordt niet opgevuld door mannen, zoals men in de jaren 70 hoopte. Het probleem van de zorg is een genderprobleem of we dat nu leuk vinden of niet. Zolang we die nieuwe werkelijkheid niet onder ogen zien, heeft een tweede Witte Woede geen zin, al zal een fikse salarisverhoging vast wel een beetje helpen.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account