Hogeschool Utrecht (HU) is gestart met het lectoraat Innovaties in de Preventieve Zorg. Hiervoor is dr. Katarina Jerković – Ćosić benoemd tot lector.
Het nieuwe lectoraat ontwikkelt kennis over preventie in de gezondheidszorg. Het lectoraat start vanuit enkele projecten op het gebied van preventie in de mondzorg. Ook heeft het de ambitie om nog meer interprofessionele projecten op het brede vlak van preventie te starten, en dan vooral op de noodzaak van screening en vroeg signalering. Lector Jerković – Ćosić –tevens werkzaam als docent mondhygiënist en klinisch epidemioloog- start met twee projecten rondom mondzorg: ‘Er is nu aardig wat aandacht voor mondzorg in de intramurale ouderenzorg, maar er wonen maar vier procent van de ouderen in verpleeghuizen en verzorgingshuizen. De rest woont thuis, en juist daar is nog weinig aandacht voor mondzorg. Wijkverpleegkundigen zien vaak wel dat de mondgezondheid van hun cliënt niet goed is, maar weten vaak niet zo goed welke stappen ze vervolgens moeten zetten. Wij willen ervoor zorgen dat de samenwerking tussen wijkverpleging en mondzorgprofessionals op gang komt’, vertelt de nieuwe lector in een interview met TvZ, vakblad voor verpleegkundigen.
Verpleegkundige brengt mondzorg in kaart
Hiervoor zijn ze nu bezig met een pilot waarbij de verpleegkundige de mondzorg van de oudere cliënt in kaart brengt door een OHAT af te nemen (Oral Health Assessment Tool). ‘Met de score van deze test, kan de verpleegkundige meteen aflezen of de cliënt moet worden doorverwezen naar een tandarts of mondhygiënist, of dat een paar tips geven aan de cliënt volstaat.
Helaas worden nog veel kunstgebitten in een bakje water gedaan, terwijl dit niet volgens de richtlijnen is. Check hier de fabels en feiten rondom het geven van mondzorg >>
Volgens de nieuwe lector kan het stellen van een paar vragen aan de cliënt al een hoop duidelijkheid geven: ‘Wanneer ouderen hulpbehoevend worden en thuiszorg krijgen, stoppen ze vaak ook met de tandartsbezoeken. De vraag: “Wanneer is uw gebit voor het laatst door een tandarts gezien”, is vrij relevant. Als dit lang geleden is, dan kun je samen met een mantelzorger bekijken of de cliënt naar de tandarts kan worden gebracht. Een aantal mondzorgpraktijken bieden ook de mogelijkheid om langs te gaan bij de cliënt thuis.’ Een andere vraag is of de cliënt pijn in de mond heeft: ‘Maar het kan zijn dat hier geen eerlijk antwoord op komt, omdat de oudere denkt dat pijntjes in de mond bij het ouder worden horen. Dat is niet zo. Vaak kan pijn in de mond snel verholpen worden. Je kunt doorvragen door bijvoorbeeld te vragen of de prothese nog goed past en of de cliënt moeite heeft met kauwen en slikken of last heeft van droge mond.’
Ken jij de gratis e-learning ‘Mondzorg geven aan ouderen’ al? Download hem hier >>
Tot slot is observeren ook een belangrijk signaleringsinstrument: ‘Als je vaak ziet dat de oude etensresten nog tussen de tanden zitten, of merkt dat de cliënt een slechte adem heeft, weet je ook al voldoende. Je kunt ook meekijken met het tandenpoetsen. Vaak doen mensen dit te snel, poetsen ze te veel op één plek, waarna ze “klaar” zijn, of poetsen ze alleen op de tanden, terwijl juist het randje tussen tand en tandvlees belangrijk is om te poetsen. Hier zitten de meeste bacteriën en komen de meeste ontstekingen.’ Het lectoraat heeft een onderwijsmodule rondom mondzorg gemaakt, en is bezig om deze geïmplementeerd te krijgen op opleidingen voor verpleegkundigen en verzorgenden. ‘Maar dat is vaak een ingewikkeld en langdurig proces.’ Overigens vindt de kersverse lector niet dat de verantwoordelijkheid alleen bij de wijkverpleegkundigen ligt: ‘Ook tandartsen en mondhygiënisten mogen actie ondernemen als ze merken dat een oudere opeens niet meer op controlebezoek komt. Zij kunnen contact opnemen met de cliënt, en informeren hoe de controle alsnog kan worden gedaan.’
Mondzorg kinderen
Het andere project waar het lectoraat zich mee bezig houdt, vindt plaats op de consultatiebureaus, en dient ter verbetering van de mondzorg van kinderen. Jerković – Ćosić: ‘Het advies is om vanaf twee jaar naar de tandarts te gaan. Maar slechts 35% van de 3-jarigen komt bij de tandarts, en dan hebben ze vaak al gaatjes. “Ja maar dit zijn hun melktanden maar”, zeggen ouders vaak. Maar wanneer iemand gaatjes in de melktanden heeft, vergroot dit de kans op gaatjes in het blijvend gebit. De bacteriën uit de gaatjes van melktanden tasten ook de doorbrekende blijvende tanden en kiezen aan. ’ Bij het project worden speciale coaches ingezet die de ouders en kinderen leren goed de tanden te poetsen.
TvZ is hét vakblad voor verpleegkundigen. Klik hier voor een abonnement >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account