Een verpleegkundige is ontslagen en geschrapt uit het BIG-register, omdat zij een patiënt niet reanimeerde. De zaak doet veel stof opwaaien.
Dit artikel is verschenen in Nursing-magazine november 2017, met de kop ‘Reanimatiezaak: als ervaring botst met beleid’
Een 63-jarige verpleegkundige met veertig jaar ervaring heeft tijdens een avonddienst in het Ommelander Ziekenhuis de zorg voor een 72-jarige patiënt met darmkanker. Hij heeft uitzaaiingen in de lever en is opgenomen in verband met braken, diarree, uitdroging en infectie als gevolg van een chemobehandeling. De man had een geplande operatie in het vooruitzicht. De afspraak is dat hij gereanimeerd wordt indien de situatie zich voordoet. Er is sinds zijn opname wat onrust rondom de patiënt: zijn echtgenote is ontevreden over het ziekenhuis en heeft voor de volgende dag een overplaatsing geregeld. De bewuste avond is het druk op de afdeling: wegens ziekte is er een verpleegkundige minder dan anders. De verpleegkundige die verantwoordelijk is voor deze patiënt, treft de man in slechtere toestand aan dan uit de rapportage en de overdracht naar voren kwam. Vanwege toenemende benauwdheid bij de patiënt heeft zij telefonisch overleg met de arts, op haar initiatief. Later in de dienst helpt zij de man op een postoel om ontlasting te hebben, en loopt even weg uit de eenpersoonskamer. Bij terugkomst zit de patiënt onderuitgezakt en buiten bewustzijn op de postoel. Ze besluit op dat moment om geen reanimatie te starten, naar eigen zeggen omdat dit een ‘vreselijke dood’ zou betekenen. Zij maakt die inschatting met name omdat de man sondevoeding krijgt, en zij –vanuit ervaring- bang is dat hij hierin tijdens het reanimeren zal stikken. Aan collega’s die later de kamer binnenkomen, laat zij weten dat ook zij niet hoeven te reanimeren.
‘Als ik uitsluitend volgens protocol zou werken, ben ik dan een goede verpleegkundige?’
Gebrek aan inzicht
De verpleegkundige moet haar handelwijze bekopen met ontslag en een tuchtrechtzaak. Ze krijgt een beroepsverbod. Volgens de tuchtrechter heeft de verpleegkundige ‘een totaal gebrek aan inzicht in haar eigen handelen getoond’ en ‘willens en wetens haar collega’s verkeerd geïnformeerd dat de patiënt niet gereanimeerd hoefde te worden.’ Ook neemt de tuchtrechter het haar kwalijk dat zij niet op de noodknop heeft gedrukt om een arts in te schakelen. ‘Ik zou niemand een verschrikkelijke dood toewensen. Als ik uitsluitend volgens protocol zou werken, zonder na te denken, ben ik dan een goede verpleegkundige?’, vraagt de verpleegkundige zich volgens het tuchtrechtverslag af.
Beleid is beleid
Verpleegkundigen reageren op social media massaal op de kwestie. Het dilemma waar de verpleegkundige voor stond, is voor velen herkenbaar. Desondanks moet je je als verpleegkundige houden aan het afgesproken beleid, vindt 61 procent van de 1445 stemmers op een poll op Nursing.nl. Dat vindt ook beroepsvereniging V&VN. Zij benadrukt dat het besluit om wel of niet te reanimeren, een besluit is van de arts. ‘Het gesprek over al dan niet reanimeren moet standaard aan het begin van het zorgtraject gevoerd worden bij dit soort patiënten. Dat is van cruciaal belang om juist dit soort situaties te voorkomen. Als de patiënt wilsbekwaam is en niet gereanimeerd wil worden, moet dat helder gedocumenteerd staan en bekend zijn bij de zorgverleners’, aldus directeur Sonja Kersten.
Kans op rustige dood
Niet iedereen is het eens met dit standpunt. Arts en jurist Dirk van der Wedden vindt dat het tuchtcollege de zaak te eenzijdig heeft bekeken en de verpleegkundige te zwaar heeft gestraft. ‘Zij had het beeld van een gruwelijke dood door te stikken in de sondevoeding. Als ervaren verpleegkundige had ze ongetwijfeld ook beelden van gereanimeerde patiënten met gebroken ribben op de IC, soms met een delier. Al je ervaringen uit het verleden schieten op zo’n acuut moment door je hoofd. Wanneer ze echter reanimatie was gestart, was daarmee de patiënt iedere kans op een rustige, natuurlijke dood ook ontnomen’, schrijft hij in een gastcolumn op Nursing.nl.
Ook artsen op de site van Medisch Contact vinden de straf die de verpleegkundige heeft gekregen disproportioneel zwaar. Ze erkennen de lastige rol waarin verpleegkundigen zitten: kennis en ervaring versus beleid of niet afgesproken beleid. ‘Al is de situatie kansloos, als er nergens een niet-reanimeerafspraak op papier staat moet je als verpleegkundige toch reanimeren’, haakt Nursing-columnist en verpleegkundig onderzoeker Hugo van der Wedden daarbij aan. ‘Zo beschadigen verpleegkundigen regelmatig stervende patiënten omdat ze zichzelf juridisch niet in de nesten willen werken. Zeg eens eerlijk: past deze houding bij moderne, zelfverzekerde verpleegkundigen?’
Professionele inschatting
In zijn column in Nursing oktober geeft Hugo aan dat, zo blijkt uit onderzoek, de context het meest bepalend is voor de uitkomst van een reanimatie. ‘Niet leeftijd, niet comorbiditeit, maar de situatie zoals hij zich voordoet. Het zou dan ook een uiting van evidence based practice zijn als de context leidend wordt in het handelen, en verpleegkundigen ruimte krijgen om een professionele inschatting te maken. De werkelijkheid is anders. Niet de context staat centraal, maar schriftelijk beleid. Dat betekent dat we de verantwoordelijkheid nog steeds het liefst bij de arts neerleggen’, zegt hij. Hij pleit voor meer verpleegkundig leiderschap.
Menselijke maat
Hugo en zijn vader Dirk van der Wedden hopen dat de reanimatiezaak het begin is van een open discussie onder verpleegkundigen en artsen. Dirk: ‘Het geloof in richtlijnen en protocollen lijkt het zicht op de dagelijkse praktijk en de menselijke maat vertroebeld te hebben. Je kunt alleen maar naar dit soort cases kijken op een zeer genuanceerde manier. Artsen en verpleegkundigen staan meerdere keren per dag voor keuzes, moeten acuut prioriteiten stellen. Richtlijnen en protocollen zouden hulpmiddelen moeten zijn bij kwalitatieve goede zorg, geen dwangbuis.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account