De wijkverpleegkundige is de spil in het wijkteam, maar zij verzuipt vaak bijna door alle opdrachten en rollen. Terwijl niveau 3 en 4 het gevoel kunnen hebben dat ze niets meer mogen. Annemarie Koopman, directeur van Zorg GrowWork, zet vier tips op een rij die alle neuzen dezelfde kant op krijgt.
1. Houding beïnvloeden: ‘Ieder teamlid is als mens gelijkwaardig, maar er is wel verschil in rollen. Als iedereen dit accepteert en er beter gebruik van maakt, functioneert het hele team beter. Daarbij moet niveau 5 veel bewuster handelen. Is dit écht mijn taak? Dat scheelt enorm.’
2. Complexiteit bepaalt planning: ‘Hoe complex is de zorgsituatie? Dat moet de leidraad zijn voor de planning. Niveau 5 pakt dan de hoogcomplexe, instabiele zorg. Niveau 4 neemt de cliënt over als de situatie stabieler wordt. En niveau 3 richt zich op de laagcomplexe zorg. Als je dit aanhoudt, benut je écht elkaars kwaliteiten. Maar vaak staat niveau 5 structureel ingeroosterd op laagcomplexe zorg vanuit ‘praktisch’ oogpunt. Die werkwijze moet echt veranderen.’
Op 4 november organiseert Nursing Congressen met medewerking van Buurtzorg een nieuwe editie van het congres De Praktijk van zelfsturende teams. Lees meer>>
3. Teamrollen verdelen: ‘De voornaamste reden dat niveau 5 verzuipt? Vaak krijgt ze in een zelforganiserend team een informele teamleidersrol. Omdat het management haar aanspreekt op het functioneren van het hele team. Onterecht. Iedereen is zorgverlener, maar de andere teamrollen zoals planner, rapporteur, kwaliteitsmedewerker, mentor etcetera moet je verdelen. Ons advies: zorg dat niveau 4 en 5 samen de kwaliteitsrol oppakken. En leg de andere organisatorische rollen expliciet bij anderen.’
Lees voor meer tips de nieuwste editie van TvZ, vakblad voor verpleegkundigen en verpleegkundig experts. Klik hier voor een abonnement op TvZ >>
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account