Als Jos op feesten en partijen vertelt wat zijn werk in een VTT team inhoudt, vragen mensen vaak hoe hij het volhoudt, stervende patiënten bijstaan. Voor Jos liggen in de ongeplande zorg juist de mooiste, intensieve zorgvragen verscholen.
‘Wat vind jij nou mooi aan je beroep?’ Dat is vaak een vraag die ik krijg nadat ik iets verteld heb over het werk als verpleegkundige in een VTT-team. Want als de vraagsteller hoort dat een groot deel van mijn werk bestaat uit zorg verlenen in een terminale situatie, dan kunnen ze zich moeilijk iets voorstellen bij ‘plezier in je werk’.
Ik vertel dan vaak iets over de afwisseling in het werk, de mensen bij wie je thuis komt. De cliënten en de familie waar je een stukje naast mag lopen op weg naar. Ja, naar wat eigenlijk?!.
Geplande en ongeplande zorg. Juist in dat laatste liggen vaak heel mooie, intensieve zorgvragen verscholen. Ik kan me veel situaties herinneren. Een speciale zorgvraag staat me nog heel helder voor de geest. Een huisarts belt mij op een zondagochtend op met de vraag om overleg. Zij is bij een cliënt die het gevoel heeft dat er iets achter in de keel blijft steken en die daar benauwd van wordt. Ik stel enkele vragen over de cliënt die bij ons in zorg is, en geef vervolgens aan dat ik binnen 20 minuten langs kan komen. ‘Ik wacht wel’ krijg ik te horen. Het blijkt dat de benauwdheid in sterke mate is teruggekomen, en dat de euthanasie die op maandag zou worden uitgevoerd, naar voren wordt gehaald. Dit is de wens van de cliënt, en de eigen huisarts gaat daar in mee. De apotheker was bereid om op zondag de al klaargemaakte euthanatica af te leveren bij de arts. Ons team had al de vraag gekregen om de venflon in te brengen op de geplande datum. Snel schakelen tussen huisarts, familie en cliënt zorgt voor een goed tijdstip aan het einde van de dag. Om die periode te overbruggen zonder veel lijden wordt gekozen voor toedienen van haloperidol buccaal en het aanbod van de huisarts dat gebeld kan worden als het gevoel van benauwdheid weer minder draaglijk zou worden.
Ik had in de tussentijd al snel bij mevrouw kunnen kijken naar de conditie van de bloedvaten en die waren ook zonder stuwing goed zichtbaar. Meestal brengen we een aantal uren eerder de venflon in, zodat we de zekerheid van een goede intraveneuze toegangsweg hebben.
In dit geval werd gekozen voor het inbrengen van de venflon vlak voordat de euthanasie zal worden uitgevoerd. Dit geeft de familie nog gelegenheid om afscheid te nemen.
Aan het einde van de dag ben ik er weer. De huisarts is al binnen. De cliënt neemt het woord en bedankt alle aanwezigen (er zijn 10 mensen in de kamer die – op verzoek van de cliënt – aanwezig zijn ) voor hun steun. De cliënt ligt niet in bed, maar zit op de bank waar volgens wens de euthanasie wordt uitgevoerd. Mijn keus voor een venflon in de linker onderarm wordt tegengesproken door de cliënt: ‘Graag in de elleboogplooi, want dan weet ik zeker dat het infuus goed zit!’ ‘Natuurlijk’ is mijn antwoord, en bij het inbrengen van de venflon realiseer ik mij dat ik nog niet eerder een infuus heb ingebracht in de elleboogplooi…

Wat is ook alweer het verschil tussen euthanasie en palliatieve sedatie? Dat lees je hier >>>
Om een lang verhaal kort te maken: de cliënt valt heel snel in slaap na de eerste intraveneuze injectie, en binnen 5 minuten is duidelijk dat de dood is ingetreden. Het afhandelen van alle formaliteiten is gelukkig snel achter de rug. De gemeentelijk arts waar de euthanasie altijd wordt gemeld is al in de buurt voor een andere zaak. Hij overtuigt zich aan d e hand van de documenten van de juiste gang van zaken, overlegt met de officier van justitie en vervolgens wordt het lichaam vrijgegeven.
Aan de familie, de huisarts en mij de taak om de cliënt van de bank in het bed te tillen, zodat de begrafenisondernemer haar werk kan komen doen.
Ik schrijf het wat afstandelijk op, vooral met betrekking tot de cliënt. Maar ik zal tot in lengte van dagen de reactie herinneren toen duidelijk werd dat de wens om eerder tot euthanasie over te gaan, kon worden gehonoreerd.
Zo zal ik ook de mooie rol blijven herinneren die de huisarts hierin speelde. Haar begeleidingstraject is een schoolvoorbeeld van hoe dit zou moeten: warm, empathisch, duidelijk. De tijd nemen, zelfs op haar vrije zondag terugkomen om haar cliënt bij te staan.
Zelf stap ik na bijna twee uur in de auto, op weg naar huis. Ik realiseer me dat ik daar niet zo heel veel kan zeggen over mijn werkdag anders dan: ‘Het was een mooie dag, maar wel zwaar!’ Ik had bij aanvang van de dienst me niet kunnen voorstellen dat ik aan het einde van diezelfde dag deelgenoot mocht zijn van een van de meest intieme momenten in een mensenleven: het overlijden. Wat hebben we toch een fantastisch rotberoep!
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account