In zijn blog vertelt verpleegkundige Paul Vogelaar over de 98-jarige tante Ida, die besluit te stoppen met eten en drinken, maar in het verpleeghuis tegengewerkt door artsen en verpleging. Waar let je op als een patiënt niet meer wil eten of drinken?
1. Als ingrijpen of nalaten wordt overwogen
• Familieleden zijn vaak bang dat de patiënt pijn heeft door niet te eten en drinken. En dat het niet getuigt van goede zorg
om iemand geen eten en drinken te geven. Ze kunnen er daarom moeite mee hebben als de patiënt niet kunstmatig vocht en/of voedsel wordt toegediend. Misschien zit je zelf als verzorgende of verpleegkundige met soortgelijke zorgen en twijfels. Om die reden is het belangrijk dat je je verdiept in het stervensproces. De kennis die je hierover opdoet is belangrijk om je eigen mening te vormen. Maar ook om de familie te kunnen steunen in deze moeilijke fase.
• Houd voor ogen dat het normaal is dat de behoefte aan eten en drinken afneemt in de stervensfase en dat dit niet pijnlijk is voor de patiënt. Kijk kritisch naar je eigen opvattingen. Als het jouw taak is om goede zorg te bieden rond het levenseinde, maakt het kunstmatig toedienen van vocht of voedsel de laatste levensfase dan echt draaglijker?
• De familie kan er moeite mee hebben om de kunstmatige toediening van vocht en voedsel te staken, omdat het de dood dichterbij brengt. Zolang de patiënt nog vocht en voedsel toegediend krijgt, lijkt er nog hoop op herstel of tijd van leven.
Veel verpleegkundigen en verzorgenden herkennen dit. Het gevoel bekruipt hen dat het staken van de kunstmatige toediening van vocht en voedsel direct bijdraagt aan de dood van de patiënt. Laat je daarin echter niet misleiden. Dat gevoel komt vooral voort uit de morele aspecten van eten en drinken. Voor elkaar zorgen betekent immers ervoor zorgen dat iemand voldoende eet en drinkt. Dat ligt in de stervensfase nu juist anders. Goede zorg kan dan zelfs betekenen: geen vocht toedienen. Blijf jezelf daarvan goed bewust.

Blog Paul: ‘Tante Ida stopt met eten en drinken’
Paul vertelt over de 98-jarige tante Ida, die moe is van het leven, maar niet in aanmerking komt voor euthanasie. Ze besluit te stoppen met eten en drinken, maar wordt in het verpleeghuis tegengewerkt door artsen en verpleging. Lees de blog van Paul.
• Het kan voorkomen dat de arts iets beslist wat niet overeenkomt met de wens van de patiënt of van de vertegenwoordiger. In principe moet de arts die wens respecteren, tenzij dat niet verenigbaar is met de zorg van een goede hulpverlener. Zo kan de arts het kunstmatig toedienen van vocht staken, als hij dat medisch niet langer verantwoord vindt. Soms wordt de behandeling juist wat langer voortgezet om de familie nog enige tijd te laten wennen aan het idee. • Iedereen heeft zijn eigen gedachten over de dood en over wat wel of niet geoorloofd is. Heb je moeite met een bepaalde beslising? Zoek dan altijd binnen je afdeling naar een mogelijkheid om daarover te praten met je collega’s en de arts. Heb je morele bezwaren om een beslissing uit te voeren? Dan kun je weigeren op basis van gewetensbezwaren. Dat punt is opgenomen in verschillende beroepscodes en in de CAO Ziekenhuiswezen. Als dit aan de orde is, maak dan je bezwaar kenbaar aan je leidinggevende. Wanneer je je beroept op gewetensbezwaar, mag je leidinggevende je wel vragen om uit te leggen waarom je de zorgactiviteiten weigert. Het past goed bij een professionele beroepsopvatting om je te verantwoorden voor wat je doet, maar even goed voor wat je bewust nalaat om te doen. Ook ben je er dan aan gehouden om ervoor te zorgen dat de zorg op een of andere manier wel doorgaat.
• Een moreel beraad is onmisbaar in situaties waarin de patiënt wilsonbekwaam is. De arts, de familie, de verpleegkundige, de verzorgende; ze hebben allemaal vanuit hun eigen waarneming en betrokkenheid een belangrijke inbreng om tot een oordeel te komen. Bovendien voelt iedereen zich ook moreel betrokken omdat ze geconfronteerd worden met de gevolgen van
de beslissing. Het is belangrijk om met elkaar te overleggen en om vanuit ieders deskundigheid elkaars argumenten te horen. Wat zou hij gewild hebben? Wat is het meest in zijn belang? Wat zijn de voor- en nadelen van behandeling? Welke beslissing past het beste bij de waarden en normen die we in deze situatie van toepassing achten? Probeer het gezamenlijk eens te worden. Die consensus maakt het makkelijker om de beslissing uit te voeren en te accepteren De eindverantwoordelijkheid voor de medische beslissing blijft bij de arts. Let erop dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de beslissing
die is genomen.
2. Als eten en drinken niet (meer) aan de orde is
• Soms ontstaat bij de familieleden de indruk dat hun dierbare niet goed verzorgd wordt. Zij zien dat deze geen vocht of voedsel meer krijgt toegediend en baseren daarop die conclusie. Blijf in contact met de familie. Maak duidelijk dat de patiënt nog steeds goede zorg krijgt, ook als eten en drinken niet meer kunstmatig worden toegediend. Laat ook zien dat er daadwerkelijk goede zorg geboden wordt.
• De patiënt houdt zo lang mogelijk de eigen regie in zijn laatste levensfase. Niemand kan eigenmachtig de beslissing nemen dat een patiënt geen eten of drinken meer krijgt aangeboden. Ga af op de signalen van de patiënt. Zijn toestand is richtinggevend voor jouw handelen als verpleegkundige of verzorgende.
Uit de handreiking ‘Hoe ga je om met eten en drinken’, V&VN 2006
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account