Paul vertelt over de 98-jarige tante Ida, die moe is van het leven, maar niet in aanmerking komt voor euthanasie. Ze besluit te stoppen met eten en drinken, maar wordt in het verpleeghuis tegengewerkt door artsen en verpleging.
De 98-jarige tante Ida werd na een heupfractuur, ten gevolge van een val in haar eigen huis, voor revalidatie opgenomen in het verpleeghuis. Na enkele maanden bleek dat de revalidatie voor de hoogbejaarde vrouw een te grote opgave was. Van de zo vurig gewenste terugkeer naar eigen huis, haard en bedstee kon geen sprake meer zijn.
De specialist ouderengeneeskunde kon het verzoek van tante Ida om ‘een spuitje’ niet inwilligen. Er was geen sprake van een levensbedreigende aandoening of ondraaglijk lichamelijk lijden. De arts ging daarbij voorbij aan het gegeven dat steeds verdergaande ontluistering, aantasting van de waardigheid en psychisch lijden binnen de wettelijke eis van ondraaglijk lijden worden beschouwd.
Toch verlangde tante Ida naar de dood en beschouwde haar leven als voltooid. De balans tussen levensverwachting enerzijds en verwachting van het leven anderzijds was onherstelbaar verstoord. De geestkrachtige vrouw besloot de regie in eigen hand te nemen door te stoppen met eten en drinken om door ‘versterven’ te overlijden. Verpleging en arts in het verpleeghuis konden haar besluit moeilijk begrijpen en weigerden aanvankelijk hun medewerking. Dit hadden ze nog nooit meegemaakt!
Het besluit om te stoppen met eten en drinken is het begin van een zelfgekozen palliatief traject of zelfgekozen levenseinde. En zoals bij de meeste mensen in een terminale fase, gaat dit traject vaak gepaard met vervelende symptomen, zoals pijn, delier en angst. Het kan vervelend uitpakken als de patiënt nog niet echt bereid is om afscheid te nemen en niet weet wat hem te wachten staat. De kans op een mild verloop is groter als de betrokkene, naasten, arts en verpleging zich samen goed voorbereiden.
Als iemand helemaal niet meer eet en drinkt is de kans op overlijden na ongeveer twee weken het grootst. Bij tante Ida duurde het vier lange weken, waarbij pijnlijke mondklachten, decubitus, en mentale uitputting het sterven onnodig zwaar maakten. Het blijven aanbieden van eten en drinken door verpleging en cateringmedewerkers bijvoorbeeld waren voor Ida een beproeving en, als er geen familie aanwezig was, een niet te weerstane verleiding. Vaak bleek dat mevrouw uren achtereen in dezelfde houding in bed lag, terwijl wisselligging was afgesproken.
Op een vrijdagochtend klaagde tante Ida over pijn en pas na actie door familie werd ‘s avonds een fentanylpleister aangebracht. Maar maandagavond bleek er geen nieuwe pleister te zijn besteld. Uit de mond van een verzorgende werd opgetekend: ‘Tja mevrouw, u heeft hier zelf voor gekozen. Pijn zult u wel blijven houden!’. Later bleek dat de ‘Richtlijn palliatieve zorg’ bij de verpleging niet bekend was.
Stoppen met eten en drinken gaat niet zonder gevolgen. Volgens de artsenorganisatie KNMG is een arts verplicht goede palliatieve verzorging te bieden als iemand kiest voor versterven. De KNMG heeft dit in 2011 vastgelegd in de publicatie ‘Standpunt rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde (2011)’ Ik vind het onbegrijpelijk dat ‘mijn’ beroepsorganisatie V&VN hierover geen standpunt heeft ingenomen. Naast de arts zijn het immers verpleegkundigen en verzorgenden die bij een zelfgekozen levenseinde de betrokkene en naasten moeten begeleiden. Het aantal mensen dat kiest voor een zelfgekozen levenseinde door versterven is niet bekend. Door toename van het aantal ouderen en de verdere versobering van de zorg zal de roep om goede zorg bij een zelfgekozen levenseinde door versterven alleen maar groter worden. Wat is hierop jouw antwoord?
Wil je reageren? Registreren kan heel eenvoudig én gratis.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account