Het ziekteverzuim onder oudere verpleegkundigen wordt voornamelijk veroorzaakt door fysieke overbelasting. Hoe spaar je je lijf bij het tillen en verplaatsen? Experts geven tips aan verpleegkundigen.
- Til een patiënt nooit op onder de oksels. ‘Dan gaat het lichaam namelijk hangen, wordt de cliënt passief en het verplaatsen zwaar’, vertelt docent haptonomisch verplaatsen Inga Mol, die tevens het ‘Handboek haptonomisch verplaatsen’ schreef. ‘ Wanneer je bij verplaatsing omhoog in bed de patiënt steunt onder zijn stuitje, komt er geen hangende, maar juist een opwaartse beweging door zijn lichaam.’
- Benoem steeds wat jij wilt dat de patiënt gaat doen tijdens de impuls die je geeft. ‘Wacht dan af tot hij dat ook gaat doen, en beweeg mee zodra je voelt dat zijn beweging begint. Geef eventueel opnieuw de impuls en benoem opnieuw’, adviseert Inga Mol.
- Leer jezelf af om te tellen. Inga: ‘Want als de cliënt niet reageert, ga jij bij “Eén, twee, drie!” toch bewegen met het gevaar dat je jezelf overbelast.’
- Werk dichtbij en recht voor je werk: ‘Veel zorgmedewerkers hebben de neiging met bijvoorbeeld gestrekte armen en voorovergebogen rug aan het bed te werken’, vertelt tilspecialist José de Reus, die onder andere verpleegkundigen traint in het tillen en verplaatsen. ‘Doe dit niet, want daardoor wordt een gewicht veel zwaarder. Werk dichtbij het bed, én je lichaam. Ga dus niet reiken. Zorg er ook voor dat je er recht voor staat.’
- Zorg ervoor dat je weet wat je patiënt wel en niet kan. ‘Als je dit van tevoren goed in kaart brengt, loop je niet het risico dingen te doen die de cliënt prima zelf kan. Je kunt via de Mobiliteitsklassen checken in hoeverre je cliënt mobiel is’, vertelt José de Reus. ‘Neem dit op in het zorgleefplan.’
- Gebruik die hulpmiddelen: ‘Glijzeilen zijn er niet voor niets. Pak deze er dan ook bij als ze van pas komen, uiteraard nadat je hebt gecheckt wat de patiënt zelf nog kan’, adviseert José de Reus. ‘Dit geldt ook voor het verstellen van de hoogte van het bed. Zo bepaal je perfecte werkhoogte: ga met je armen langs je lijf staan, met licht gebogen ellebogen en licht gebogen knieën. Op polshoogte komt de bovenkant van het matras.’
- Heb geduld: Wanneer je bij het tot zit komen ziet dat het hoofd van de cliënt achterover beweegt en dan naar voren knikt (whiplashbeweging), dan ga je te snel. ‘Je doet dan te veel’, aldus Inga Mol. ‘De cliënt gaat door jouw snelheid niet meer meedoen. Beweeg langzamer en blijf voelen dat de cliënt zich zelf inspant. Het hoofd blijft dan gewoon rechtop.’
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account