V&VN heeft verkenner Rinnooy Kan vandaag laten weten niet door te willen met het wetsvoorstel BIG II. De beroepsvereniging wil nu eerst in gesprek met leden, omdat uit een peiling blijkt hoe verschillend verpleegkundigen over functiedifferentiatie denken.
Een ruime meerderheid van de hbo-opgeleide verpleegkundigen wil wél functiedifferentiatie. De meesten met een mbo-v diploma willen géén functiedifferentiatie, net als de meeste inservice-opgeleiden.
Hbo-verpleegkundigen zijn voor
Op de vraag ‘Moet er volgens jou een onderscheid zijn op de werkvloer tussen mbo- en hbo-verpleegkundigen (‘functiedifferentiatie’)?’ antwoordde 73 procent van de 5750 respondenten met een hbo-opleiding ‘Ja’. 17 procent antwoordde ‘Nee’, de rest vulde in ‘Weet niet’. 48 procent van deze ja-stemmers wil ook onderscheid vastgelegd in de wet, dus beroepsdifferentiatie, 34 procent vindt dat juist geen goed idee.
Mbo-v en inservice-opgeleiden zijn tegen
Van de 3717 respondenten met een mbo-opleiding is 37 procent vóór onderscheid op de werkvloer en 51 procent tégen. 5435 verpleegkundigen met een inservice-opleiding vulden de peiling in, 34 procent wil functiedifferentiatie, 53 procent niet. Ook uit het totaalresultaat van de peiling blijkt een groot verschil in denken over functiedifferentiatie: 46 procent van de 17.399 respondenten is voorstander, 42 procent tegenstander.
‘In gesprek met leden’
Interim-voorzitter van het V&VN bestuur Gerton Heyne heeft in het gesprek met Rinnooy Kan benadrukt dat de beroepsvereniging de verschillende standpunten van verpleegkundigen in openheid gaat bespreken. ‘Het is duidelijk dat er onder onze leden op dit moment geen draagvlak is voor differentiatie, laat staan voor een wet die dat gaat regelen. Wij gaan de komende tijd dan ook met deze uitkomsten in de hand het gesprek aan met onze leden. Wat betekent dit voor de verdere ontwikkeling van het verpleegkundig beroep?’
Samenstelling responsgroep
Van de 17.399 respondenten werken 4369 verpleegkundigen in een algemeen ziekenhuis (31 procent), 912 in een UMC (6 procent), 3102 in de wijkverpleging (22 procent) en 1449 in een verpleeg- of verzorgingshuis (10 procent). In het verslag op de website van V&VN staat niet hoe deze groepen hebben gestemd.
De samenstelling van de verpleegkundigen in de responsgroep is volgens V&VN vergelijkbaar met die van de totale populatie verpleegkundigen. Wel is het aantal respondenten dat in een ziekenhuis werkt lager dan in de totale populatie, 32 procent tegen 40 procent, schrijft de beroepsvereniging.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account