Verpleegkundigen op de afdeling gastro-intestinale chirurgie vragen zich af of abdominale post-OK patiënten profylactisch Fraxiparine® (nadroparine) moeten krijgen.
Casus
Op de afdeling gastro-intestinale chirurgie verpleeg je een patiënte die vijf dagen geleden een abdominale operatie heeft ondergaan. Ze herstelt goed. Overdag is ze veel uit bed: ze zit meestal in de stoel en loopt af en toe een rondje over de afdeling. ’s Avonds moet je haar een profylactische dosis Fraxiparine® (nadroparine) geven. De patiënte vraagt of dit nog wel nodig is.
1 Formuleer je vraag
(P=patiënt of probleem, I=interventie, C=vergelijking en O=uitkomst)
P = patiënten na een abdominale operatie die mobiliseren
I = profylactische dosis Fraxiparine® (2850 IE) (nadroparine) geven
C = geen Fraxiparine®
O = diepveneuze trombose, longembolie, andere trombo-embolische aandoeningen
2 Zoeken
a Strategie
We zochten naar internationale en nationale richtlijnen, onder andere van SIGN (Scottisch Intercollegiate Guidelines Network), NICE (National Institute for Health and Clinical Excellence) en CBO (Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg).2 De gebruikte zoektermen voor de internationale richtlijnen waren ‘LMWH’ (low molecular weight heparin, Fraxiparine® is een vorm van LMWH) en ‘thromboembolism’. De zoekterm voor de nationale richtlijnen was ‘trombo-’. Ook zochten we in Pubmed naar systematic reviews en randomised controlled trials (RCT’s). De gevonden reviews zijn allemaal verwerkt in de evidence-based richtlijnen en beschrijven we daarom niet bij het beantwoorden van de vraag.3
b Resultaten
We vonden achttien richtlijnen. De meeste daarvan waren niet bruikbaar (want niet relevant, gedateerd, onduidelijk hoe de informatie was vergaard of gebaseerd op consensus based informatie). Uiteindelijk zijn één nationale en twee internationale richtlijnen gebruikt bij het beantwoorden van de PICO.4,5,6 Daarnaast raadpleegden we de site van het Farmacotherapeutisch Kompas voor de bijsluiter van Fraxiparine®.7
3 Beoordelen resultaten
Alle drie de geraadpleegde richtlijnen noemen LMWH een effectieve methode ter preventie van trombo-embolische aandoeningen. De CBO-richtlijn noemt LMWH zelfs de voorkeursmethode. Bij patiënten met een verhoogd bloedingsrisico kunnen compressiekousen als alternatief worden gebruikt.4
De NICE-richtlijn geeft voor chirurgische patiënten de voorkeur aan mechanische profylaxe (hoge compressiekousen). Zijn er extra risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen, dan moet de mechanische profylaxe worden gecombineerd met LMWH.5
Ook de SIGN-richtlijn beschrijft AES (anti-embolism stockings) als veilige methode ter preventie van trombo-embolische aandoeningen, indien er geen contra-indicaties aanwezig zijn. De aanbeveling voor chirurgische en oncologische patiënten is mechanische profylaxe door middel van AES (tenzij gecontra-indiceerd) in combinatie met een profylactische dosis LMWH.6
De richtlijnen van SIGN en het CBO beschrijven de risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen (zie kader).4,6 De grootste risicogroep betreft operatiepatiënten ouder dan zestig. De CBO-richtlijn zegt dat bij aanwezigheid van vier of meer risicofactoren tromboseprofylaxe in de vorm van nadroparine (LMWH: Fraxiparine®) moet worden toegepast. Daarin staat ook dat het risico op (subklinische) trombose bij een patiënt na een grote buikoperatie die geen profylaxe krijgt, wordt geschat op 25 procent(!).4
Het Farmacotherapeutisch Kompas geeft aan dat de dosering voor profylaxe van trombo-embolische aandoeningen bij volwassenen 2850 IE Fraxiparine® subcutaan is. De eerste injectie dient gegeven te worden twaalf uur vóór de operatie, de tweede twaalf uur erna. Vervolgens eenmaal daags 2850 IE, gedurende zeven tot tien dagen, of tot de patiënt ambulant is. Risicofactoren voor het optreden van trombose worden niet benoemd.7
De SIGN- en CBO-richtlijnen raden aan patiënten na een abdominale operatie zo veel en zo snel mogelijk te laten mobiliseren. De vraag hoe lang of hoe veel dat precies moet zijn, wordt niet beantwoord. Daar is bij deze patiëntencategorie geen onderzoek naar gedaan.4,6
4 Conclusie en toepassing
De patiëntencategorie op de afdeling gastro-intestinale chirurgie bestaat voornamelijk uit patiënten met inflammatoire darmaandoeningen (Morbus Crohn en colitis ulcerosa) en maligniteiten (tumoren). Deze aandoeningen zijn al een extra risicofactor voor het ontwikkelen van trombo-embolische aandoeningen. Op de afdeling hebben de meeste patiënten vier of meer risicofactoren, zoals bijkomende comorbiditeit, leeftijd boven de zestig jaar, het moeten ondergaan van een operatie en het hebben van een centraal veneuze katheter.
Het risico op het ontwikkelen van (subklinische) trombose bij patiënten na een grote buikoperatie weegt niet op tegen het ongemak van het prikken van Fraxiparine®.
5 Evaluatie
Het huidige beleid om alle patiënten tot ontslag een profylactische dosis Fraxiparine® te geven blijft gehandhaafd.
Wel: na een abdominale operatie moeten patiënten tot hun ontslag Fraxiparine® krijgen
tekst: Vera Aberkrom, Marja Storm1
Noten
1. Vera Aberkrom is verpleegkundige op de afdeling cardiologie in het Spaarne ziekenhuis Hoofddorp, Marja Storm is verpleegkundig onderzoeker in het AMC in Amsterdam. Contact: m.n.storm@amc.uva.nl.
2. www.sign.ac.uk, www.nice.org.uk, www.diliguide.nl (CBO).
3. www.pubmed.gov.
4. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. CBO-Richtlijn. Diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombo-embolie en secundaire preventie van arteriële trombose (2008).
5. NICE clinical guideline 46. Venous thromboembolism: reducing the risk of venous thromboembolism (deep vein thrombosis and pulmonary embolism) in patients undergoing surgery (2007).
6. Scottish Intercollegiate Guidelines Network (SIGN), Prevention and management of venous thromboembolism, A national clinical guideline (2010).
7. www.fk.cvz.nl/ geraadpleegd op 01-05-2012.
Risicofactoren trombo-embolie
De richtlijnen van SIGN en het CBO noemen verschillende risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen.4,6 Dit is een selectie:
-Leeftijd > zestig jaar zonder bijkomende risicofactor, > veertig jaar met risicofactor
-Operatie
-Langdurige bedrust > zeven dagen
-Centraal veneuze katheter
-Maligniteit of chemotherapie
-Inflammatoire darmziekte (IBD)
-Trombose in de voorgeschiedenis
-Hartfalen NYHA III-IV
-COPD
-Orale anticonceptie
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account