Gisteren heeft minister Bruno Bruins de overgangsregeling voor verpleegkundigen vastgesteld. Op onze website en Facebookpagina stroomden de reacties en vragen binnen. We legden alvast een aantal daarvan voor aan beroepsvereniging V&VN.
1. Wat vindt V&VN van de overgangsregeling zoals ‘ie er nu ligt?
‘V&VN heeft altijd aangedrongen op een brede overgangsregeling; we zijn dan ook blij dat de minister daarvoor gekozen heeft. Dat betekent namelijk dat kennis, ervaring én ambitie een belangrijke rol spelen bij de toelating tot het nieuwe beroep. Een heel grote groep verpleegkundigen krijgt nu de kans om het nieuwe beroep de komende jaren uit te oefenen en waar nodig aanvullende competenties te verwerven.’
2. Welke groepen verpleegkundigen komen niet in aanmerking voor de overgangsregeling?
‘Verpleegkundigen die het mbo-v diploma hebben of inservice zijn opgeleid en daarna geen verpleegkundige vervolgopleiding hebben gevolgd, of een vervolgopleiding die niet op het juiste niveau is gecertificeerd.’ (zie ook vraag 4)
3. Wat kan deze groep doen om wél regieverpleegkundige te worden?
‘Zij kunnen zich alleen als regieverpleegkundige laten registreren als ze de verkorte hbo-v opleiding volgen. Ze krijgen op basis van hun vooropleiding en ervaring wel vrijstellingen. Let wel: De kans om zelf een keus voor het nieuwe beroep te maken ligt voor heel veel collega’s open. Iedere verpleegkundige kan nu voor zichzelf de afweging maken om voor het nieuwe beroep van regieverpleegkundige te gaan, of verpleegkundige te blijven. Vraag je dus af wat je wil, wat bij je past. Je kunt hierover in gesprek gaan met je werkgever, bijvoorbeeld over de mogelijkheden in jouw organisatie als het gaat om beschikbare functies op dit niveau, opleiding en ontwikkeling. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn jouw eigen ambities, ervaring, opleiding en competenties. De weg naar registratie ligt open, maar het is wel belangrijk te bedenken dat het bij je moet passen en dat je om je te kunnen herregistreren als regieverpleegkundige werkzaam moet zijn geweest in het nieuwe beroep en voldoet aan alle benodigde competenties.’
4. De overgangsregeling gaat gelden voor hbo-verpleegkundigen die vóór 2012 hun diploma haalden en voor mbo- of inservice-opgeleiden met een verpleegkundige vervolgopleiding op NLQF-6-niveau. Welke vervolgopleidingen zijn dat precies?
‘Hier vind je een lijst met NLQF-6 opleidingen. Deze zijn gecertificeerd door het Europese instituut NCP-NLQF. Let op: kan zijn dat een opleiding er nog niet bij staat, omdat die nog moet worden beoordeeld. Je kunt als verpleegkundige bij je opleider navragen of zij certificering hebben aangevraagd. Om zoveel mogelijk mbo- en inservice-verpleegkundigen met een vervolgopleiding de kans te bieden om toegang te krijgen tot de overgangsregeling beveelt de commissie Meurs het CZO, hogescholen en brancheorganisaties aan om hun verpleegkundige vervolgopleidingen te laten accrediteren door het NCP NLQF – voor zover ze dat nog niet hebben gedaan.’
5. Wanneer gaat deze nieuwe regeling in?
‘De minister schrijft dat hij verwacht het wetsvoorstel BIG-II na de zomer gereed te hebben. Dan stuurt hij het naar de Tweede Kamer. Hij verwacht dat het wetsvoorstel op zijn vroegst in juli 2020 in werking treedt.’
6. Is er al iets bekend over de inhoud van de scholing die mbo- en inservice-verpleegkundigen moeten gaan volgen als ze zich willen herregistreren als regieverpleegkundige?
‘Dit scholingsprogramma moet nog ontwikkeld worden, maar de commissie doet in haar rapport wel de aanbeveling om een centraal aanvullend scholingsprogramma te ontwikkelen, met de mogelijkheid tot leren op de werkplek en de mogelijkheid om op individueel niveau vrijstellingen te krijgen op basis van vooropleiding. Ook wil de commissie dat het programma niet te lang duurt, maximaal één jaar, zodat de totale studielast van het scholingsprogramma lager is dan een reguliere hbo-v deeltijdopleiding en daarmee recht wordt gedaan aan vervolgopleiding op NLQF-niveau 6 die de verpleegkundige al gedaan heeft. Qua inhoud van het programma doet de commissie de aanbeveling om binnen dat programma te focussen op de onderscheidende onderdelen van de hbo-v, zoals bijvoorbeeld de continuïteit van zorg, de professionele reflectie, het onderzoekend vermogen en preventie.’
7. Stel, ik registreer me na mijn vervolgopleiding op NLQF-niveau 6 als regieverpleegkundige. Blijf ik dan zo geregistreerd, of moet ik dat iedere 5 jaar opnieuw bewijzen en kan ik dus als het ware ‘terugzakken’ tot verpleegkundige als ik niet aan die eisen voldoe?
‘De eisen voor herregistratie voor regieverpleegkundige worden nog verder door VWS uitgewerkt. V&VN zal hierover zeker adviseren, maar ook wij moeten ons hier nog in verdiepen.’
8. Wie gaat de aanvullende scholing/toets betalen?
‘Hierover zijn nog geen afspraken gemaakt. Minister Bruins schrijft dat hij dit nader wil uitwerken.’
9. Als je in de overgangsregeling zit als regieverpleegkundige, krijg je dan betaald voor dat niveau? Wie beslist dat, werkgevers of de overheid?
‘Als beroepsvereniging gaan wij niet over de salarissen, dat is een zaak tussen werkgever en werknemer. We raden je dan ook aan deze vraag voor te leggen aan je leidinggevende.’
Meer vragen? Laat ze achter in de reacties, dan gaan wij voor je op zoek naar het antwoord.
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account