Je hebt collega’s die je graag ziet komen. En collega’s die je het liefst ziet gaan. Van het eerste soort heb ik veruit de meeste. Toch zijn ze er dus ook anders. Collega’s die werken voor zichzelf.
Of misschien wel puur voor het geld. Voor een iets langere vakantie of een nieuw setje kleren. Maar zeker niet voor hun plezier. En al helemaal niet voor het mijne.
Ken je ze? Misschien niet de mijne. Maar je eigen collega’s. Zij die mopperen over het werk. Zij die weglopen voor werk. De spreekwoordelijke kantjes liggen werkelijk overal. Er afgelopen. En ik val daarover. Omdat ik ná hen moet werken, en dan dus twee keer zo hard. Omdat mijn patiënten de afgelopen vier dagen geen ontlasting hadden. En wie moet er dan laxeren?! Juist!
Of erger nog. Een dagdienst. Razend druk. Gebeurt wel eens. Dus ik was, zweet en sloof. Moet zes van de zes mensen helpen. Gelukkig zit er naast mij een collega met twee lege bedden. Dus maar vier vol. En zelfredzaam weet ik. Met de vier zelfredzame mensen vermaakt mijn collega zich de hele morgen.
Dus ik zoef, ren, sloof alleen. Ik zie in de gauwigheid op weg naar een kast de collega zitten. Onderuit. Ze steekt haar koffie naar mij op. ‘Kom je ook? Het is pauze!’
Ik neem tijd die ik niet heb. Loop naar koffiecollega en vertel dat ik het nog druk heb. Nog twee wassen. Eentje flink benauwd. Ik vertel van iv’s en klussen, natte bedden en po’s. Ze schudt meewarig het hoofd. ‘Succes!’
Collega’s. Ik help ze, hoewel ik moe ben. Omdat zij nóg drukker zijn dan ik. Ik vind het logisch. Ik zit niet lekker als zij nog rennen. Koffie smaakt niet als anderen zwetend voorbij zoeven. Dan ren en zweet ik even mee. Kunnen we er daarna samen over klagen. Lekker toch.
Wat kan het venijnig steken als die ene collega mij vergeet.
Ben jij altijd collegiaal?
Geef je reactie
Om te kunnen reageren moet je inlogd zijn. Inloggen Ik heb nog geen account