
De ex-partner van de patiënte, in 2016 overleden aan de gevolgen van een hersentumor, diende de klacht tegen de verpleegkundige in. Volgens hem was de relatie tussen de verpleegkundige en de nieuwe partner van zijn ex-vrouw al vóór het overlijden begonnen. De dochter van de man (klager) en de patiënte woonde bij haar moeder in huis en zou getraumatiseerd zijn door de relatie.
Gescheiden
De overleden patiënte kreeg in 2008 de diagnose hersentumor en was in 2016 uitbehandeld. In de tussentijd (in 2013) is zij gescheiden van haar partner, klager in deze tuchtzaak. Hun gezamenlijke dochter bleef bij moeder in huis wonen en bezocht eens in de twee weken haar vader in het weekend. De patiënte kreeg een nieuwe relatie; deze man trok bij haar en haar dochter in. Samen kregen zij een tweeling. In 2016 kreeg de patiënte te maken met terminale thuiszorg voor ADL, medicatietoediening en controles in de nacht. Onder andere de aangeklaagde verpleegkundige was hierbij betrokken. Zij erkent dat ze een relatie heeft gekregen met de nieuwe partner van patiënte, maar dat dit absoluut niet voor het overlijden was. Zij heeft bij haar leidinggevende kenbaar gemaakt dat zij gevoelens had gekregen voor de man: dit gesprek vond plaats toen de patiënte al een tijdje was overleden. Volgens de verpleegkundige is de relatie tussen haar en de partner van de overleden vrouw begonnen toen zij elkaar, twee maanden na het overlijden, op straat tegen kwamen. Zij zijn toen koffie gaan drinken en langzaam is er een relatie ontstaan.
Trauma
De ex-partner heeft hier echter andere ideeën over. Hij kreeg signalen uit de buurt dat de auto van de verpleegkundige wel erg vaak en lang bij het huis bleef staan. Ook zegt hij dat zijn dochter de verpleegkundige een keer in bed heeft aangetroffen (de patiënte sliep beneden) en dat zij daardoor getraumatiseerd is geraakt. De verpleegkundige is inderdaad een keer blijven slapen, volgens afspraak met haar werkgever in het kader van zorgverlening. Zij geeft aan bewust eerder dan de dochter te zijn opgestaan.
Bewijs
De tuchtrechter oordeelt dat er een gebrek aan bewijs is om aan te tonen dat de relatie inderdaad al tijdens de zorgverleningsperiode is begonnen. Er zijn daardoor geen professionele normen geschonden, aldus de Groningse tuchtrechter.
Eigenlijk zijn hier alleen maar verliezers.
Sterkte voor alle partijen